Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 4 juni 2025


Allen hebben wij een moeder, de aarde. Fantine werd aan deze moeder teruggegeven. De pastoor meende goed te doen, en deed misschien goed, met zooveel mogelijk voor de armen te behouden van het geld, dat Jean Valjean had achtergelaten. Wie waren er overigens ook in betrokken? een tuchteling en een publieke vrouw.

Zij stamelde eenige smeekende woorden, maar de opzichtster gaf haar te kennen, dat zij onmiddellijk de werkplaats moest verlaten. Fantine was overigens slechts eene middelmatige arbeidster. Meer nog door schaamte dan door wanhoop ternedergeslagen, verliet zij de werkplaats en keerde naar haar kamertje terug. Haar misslag was dan nu algemeen bekend!

Op zekeren dag nam Tholomyès de drie anderen ter zijde, maakte een gewichtig gebaar en zeide: "Sinds nu bijna een jaar vragen Fantine, Dahlia, Zephine en Favourite ons om een verrassing. Wij hebben ze haar plechtig beloofd. Zij spreken er ons dagelijks om aan, vooral mij.

Kortom, men vernam dat Fantine een kind had. "'t Moest een soort van meisje zijn." Er werd een vrouw gevonden, die naar Montfermeil reisde, de Thénardier's sprak, en bij haar terugkomst zeide: voor mijn dertig francs weet ik alles wat ik weten wilde. Ik heb het kind gezien!

Nu en dan glimlachte zij. Het sloeg vijf uren. Toen hoorde de zuster haar zeer stil en zacht zeggen: "Maar wijl ik morgen heenga, begrijp ik niet, dat hij heden niet komt." Zuster Simplicia zelve was insgelijks verwonderd over Madeleine's uitblijven. Fantine zag opwaarts naar den hemel van haar bed. Zij scheen te trachten, iets in haar geheugen terug te roepen.

Hij nam zijn hoed af, groette eenigszins wrevelig en links, zeggende: "Vergeving, mijnheer de maire..." Dit woord: "mijnheer de maire" maakte op Fantine een zonderlingen indruk.

Terwijl hij dit zeide, deed hij geen schrede voorwaarts; hij sloeg op Jean Valjean dien blik, welken hij als een haak uitwierp en waarmede hij gewoonlijk de rampzaligen als met geweld tot zich trok. 't Was deze blik, die Fantine twee maanden vroeger tot in het merg van haar gebeente had voelen doordringen. Op Javert's stem had Fantine de oogen weder geopend.

Was deze kuischheid, die in Fantine geweest en gedurende haar leven met geweld uit haar gedreven was, dadelijk na haar dood tot haar wedergekeerd, om, verontwaardigd, de rust dezer doode te beschermen en, schuw, haar in 't graf te bewaken? Voelde Jean Valjean er onbewust den druk van? Wij, die aan den dood gelooven, behooren niet tot hen, welke deze geheimzinnige verklaring zouden verwerpen.

Thénardier schreef onder de rekening: "Op rekening ontvangen driehonderd francs." De heer Madeleine zond dadelijk opnieuw driehonderd francs en schreef: Haast u Cosette te zenden. "Verduiveld!" zei Thénardier; "wij zullen het kind niet laten gaan." Intusschen beterde Fantine niet. Zij was altijd in de ziekenzaal.

"Met achting heb ik de eer u te groeten. "Fantine." "Ge kent deze handteekening?" hernam de man. 't Was wel degelijk Fantines handteekening. Thénardier herkende haar. Er was niets tegen in te brengen. Hij gevoelde een dubbele, hevige spijt, vooreerst dat zijn hoop op buit verijdeld was, en ten tweede van geslagen te zijn. De man voegde er bij: "Ge moogt dit papier te uwer verantwoording behouden."

Woord Van De Dag

muggenbeten

Anderen Op Zoek