Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 28 november 2025
"Men moest eerst iets kunnen bewijzen," hernam Eugenio, wiens gelaat weder de gewone kalmte vertoonde. "Intusschen dank ik UEd. voor 't bericht." Na dit gesprek keerden zij naar de kamer van Don Louis. Zij vonden Joan reeds vertrokken. "Mag ik nu weten," zeide Velasco, naar Eugenio toetredende, "waar ons de klucht moet brengen, die wij spelen?"
Toen echter wendde zich Joan tot Eugenio en betuigde, dat hij, ondanks zijn verzekeringen en de vriendschap, welke hem betoond werd, nog aan de echtheid der mededeeling twijfelen moest, zoolang hem niet volkomen gemeld werd, wie zijn moeder geweest ware.
"Magdalena!" zeide de Jezuïet, terwijl een waas van weemoed of aandoening zijn gestrenge, gele gelaatstrekken overdekte: "moeten wij, na een afwezigheid van vijf en twintig jaren...., doch, gij hebt gelijk, het is hier de geschikte plaats niet...." "Vaarwel, Pater Eugenio!" herhaalde Magdalena en verliet het vertrek. "Joost haal mij, zoo ik er iets van begrijp," zeide Elbert, zooras zij weg was.
Ofschoon dit voorstel aan Velasco, die het in vrijheid stellen van den Graaf beoogd had, maar weinig behaagde, begreep hij echter, dat een weigering de nadeeligste gevolgen zou met zich brengen, dewijl hij alsdan gevaar liep, niet alleen tegen de kapiteins en hun legerbenden, maar ook tegen den geduchten invloed van Pater Eugenio te moeten kampen.
Deze poging ware hem bijna duur te staan gekomen; want de Jezuïet legde reeds het geladen pistool op Maessen aan, toen deze hem het ei vlak tegen het voorhoofd wierp, zoodat de struif hem over de oogen stroomde. Eugenio, die geen doodwond zou ontzien hebben, was door deze zonderlinge ontmoeting een oogenblik onthutst.
"Uw taal bevreemdt mij," zeide Eugenio, de lamp zoodanig opnemende, dat het licht den Secretaris vlak op het gezicht scheen: "doch ja, uw verwilderd oog, uw meer dan gewone bleekheid, uw bevende lippen.... wat hebt gij toch gezien, dat u de bedaardheid ontnomen heeft, welke ik u tot heden altijd toegekend heb?"
Wij hebben vroeger gezien dat dit briefje door Eugenio geschreven was en aanleiding gaf tot het misverstand, dat Joan te Tiel bijna zoo duur was te staan gekomen. Te Nijmegen echter was Raesfelt reeds gevangengenomen en dadelijk naar Den Haag gezonden, waar hij sedert dien tijd op de Gevangenpoort gezeten had.
Op het zien dier menigte staakte Eugenio allen wederstand en gaf zich vrijwillig gevangen, alleen verzoekende, zoodra mogelijk op het slot te worden gebracht. En Joan, hoe had hij gedurende den strijd zich gedragen? Bleek als een doode, met de armen los bij het lijf nederhangende, zonder een voet te verzetten, had hij het schouwspel aangestaard.
"En waarom draaldet gij hiermede dan zoo lang?" "Ik ben u omtrent mijn gedrag geen rekenschap verschuldigd," antwoordde Eugenio met hoogheid: "en al wilde ik dit, de tijd laat mij zulks niet toe." "Waar kan ik u dan nader spreken? Waar vind ik u weder?" "In Den Bosch, bij uw oom: vraag hem daar slechts naar Pater Eugenio. Vroeger ziet gij mij niet terug.
"Een sluikmoordenaar," antwoordde Eugenio, altijd met dezelfde bedaardheid, "is alleen de zoodanige, die voor zijn verraad geld of loon ontvangt; doch zij, die zulks ten dienste der goede zaak verrichten, kunnen dien naam geenszins verdienen; dit leeren onze statuten, met pauselijke en koninklijke goedkeuring bekrachtigd."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek