Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 30 april 2025
»'t Is niet noodig!" zeide Frits uit de hoogte. »Wilt ge u dan niet verzoenen met uw ouders?" vraagde het meesterke. »Ja," antwoordde de jonge Boer hartstochtelijk, »dat weet ge ook wel!" »Wel nu," meende het meesterke, »Eliëzer komt niet uit eigen beweging ". »Dat is glad genoeg," zeide Frits Jansen koeltjes. »Hij komt als bode van uw moeder," vulde het meesterke aan.
Maar het meesterke slaakt thans een zucht van verlichting, want het geblaf begint weer te naderen, en beweegt zich in de rechte richting naar hem toe. Hij nadert snel, en in groote sprongen bereiken de Zoeloe en Sultan de plaats van het onheil. »O meesterke," roept Eliëzer, »leeft hij nog?" »Hij leeft nog," antwoordt het meesterke, »maar hij is zwaar gewond aan het hoofd."
De naam van Frits was niet meer over zijn lippen gekomen sinds dien vreeselijken morgen na den brand, doch uit eerbied voor zijn ouden oom antwoordde hij: »Ik ben er zeker van." »Hebt ge 't met je eigen oogen gezien?" vraagde de Voortrekker. Jansen schudde het hoofd. »Wie zijn dan de zegslui?" »Drie Kaffers, waarvan Eliëzer er een is," antwoordde Jansen. »Ik ken Eliëzer niet," meende Kloppers.
Nu bracht de Boer zijn vrouw in veiligheid, die spoedig haar bewustzijn terug had. Hij wierp een blik op de kleeren, die hij bij haar had gevonden het waren de kleeren van haar zoon Frits, waarvoor zij haar leven had gewaagd. Jansen riep zijn vertrouwden knecht. »Eliëzer," zeide hij bedaard, »ik denk, dat binnen vijf minuten het buskruit in het achterhuis vuur zal vatten.
»En gelooft hij aan mijn schuld?" vraagde hij bijna fluisterend. Het meesterke had reeds zooveel van Eliëzer gehoord, dat hij gerust neen durfde antwoorden. »Maar waarom moet ik dat verachtelijk schepsel toch spreken?" vraagde Frits; »voelt ge dan niet, dat het voor mij een pijniging is?" »Het is de eenige manier, om het vreeselijk misverstand uit den weg te ruimen," zeide het meesterke.
Maar Eliëzer kon niet slapen. Hij zag nog altijd dien vreeselijken, vurigen salamander met dat lange, veelledige lichaam, en toen hij eindelijk in slaap viel, vervolgde hem het monster met zijn rossig fonkelende oogen tot in zijn droomen. Eliëzer was niet zoo voorspoedig in het vinden van zijn jongen baas als het meesterke.
En nu verstomt plotseling de wilde oorlogsmuziek, en het gewoel van den slag bedaart. »Gauw, Eliëzer, gauw!" beveelt Reinard Jansen; »neem den bruine, en breng ons spoedig goede tijding! Ze zoeken misschien hun heil in de vlucht onze Boeren moeten hen keeren o Frits, ik had er bij moeten zijn!" »Ze moeten het dezen keer dan maar zonder u klaren," schertst het meesterke.
»Mis," antwoordde de vreemde Kaffer; »dan begiet hij de ingewanden van het groote beest met vet en traan." »'t Is een goed middel," liet de vreemde Kaffer er op volgen; »wij Matabelen doen het ook." De beide Kaffers strekten zich nu uit bij het krimpende vuur, om te slapen, doch wijd uit de verte kwam opnieuw een plotseling, schel gefluit. »Hij schreeuwt weer!" riep Eliëzer verschrikt.
»Waarom schreeuwt dat leelijke ding zoo?" vraagde Eliëzer langzaam bekomend van de schrik. »Wel, het groote beest krijgt dikwijls slaag van den witmensch, en dan schreeuwt het luid van woede," antwoordde de Matabele. Met diep ontzag staarde Eliëzer tot zijn reisgezel op, die zooveel wist, en hij vraagde vol belangstelling: »Hebt gij dat groote beest wel eens van dichtbij gezien?"
»En hoe maakt het mijn jongen baas?" vraagde Eliëzer aarzelend, waarop het meesterke antwoordde: »Ik heb hem verleden week nog gesproken, en morgen is hij waarschijnlijk van zijn militairen tocht terug. Ik ben van plan, om hem morgen te gaan opzoeken 't is hier dicht in de buurt en gij kunt mede gaan."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek