Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 4 juni 2025


"Niet zoo dicht bij 't water komme", waarschuwde Eleazar: "je leit 'r in eer je 't weet en ik ken niet zwemme." "Is 't je eigen schuld, zeg? In plaas dooie visschies te kaaie, kon je toch wèrke"... "Ja-ja", zei Eleazar: "

Gammerte, gammerte as ze was daar had ze d'r schaar vergete d'r goeie schaar want honderd tegen eene dad-as de dokter uìt was of nie dadelijk komme kon zij zellef de streng zou motte doorknippe 't was 'r wel tienmaal gebeurd. Juda zocht de schaar, zij zocht de schaar, Eleazar zocht de schaar. Dan lee-die in d'r verstelmandje. Ja, daar lee-die.

Dovid die in dezelfde zaal lag, bijna geen letsel had opgeloopen, ging nog vóor donker heen. Hij wou met Eleazar praten, 'm opbeuren, kreeg geen antwoord. Eerst in de stilte van den nacht, bij het slaapgerucht in de bedden naastan, kwam de volle ruwe ellende tot 'm.

Daar Eleazar echter de aanwezigen er volkomen van wilde overtuigen, dat hij die kracht bezat, zette hij voor den zieke in de nabijheid een beker, met water gevuld, of een voetbekken en beval den demon, om bij zijn uittreden uit den mensch, deze gereedschappen omver te werpen en de toeschouwers te leeren: begrijpen, dat hij den patiënt had verlaten.

Onder de voeten nakraakte ze dof, schurend met wrang-zachte wrijving. De koffen in de gracht werden strakwit van dek en tuigage 't spiegelbeeld klom uit het water in bleekig vlokkengedraaf. Juda, den kraag om de ooren, stapte zwijgend en norsch. Eleazar liep vlug en veerkrachtig. Het stugge geschuier der sneeuw gaf 'm lust om te spreken. De synagoge ging aan.

Bij 'r hoofd, op 'n stoel, was 't slordig gekreuk van 'r rokken, 'r broek bovenop met nog slingrende banden. "Rook 'm bij je soupé," zei Poddy: "en doe niet as Dovid 't pèstgezich! Jij heit gelijk. Gezegend zal je weze."... "Dank je. Goe-nacht. Slaap wel," wenschte Eleazar, hooger klimmend naar zijn kamer. Er was geen licht.

Hij stond met het kind in de armen, schuifde een eindje vooruit, tastend, blind als tante Reggie. Ze had Moosje in de bedstee gelegd, nam Saartje over, hielp haar aan 't jurkje. Eleazar streek een lucifer af, die kort de bedstee belichtte, hol en diep 'n schoorsteen 'n zwarten kalkmuur. De lucifer brandde tot z'n vingers, viel neer en hij kraste 'n tweede af, angstig, snel.

"Scheelt 'r wat an? Wat ben je stil, Rebecca", zei Eleazar, de hand op 'r hoofd leggend. Schrikkend zei ze dat ze moe was. En 'r oogen wezen dwaas-waarschuwend naar Joozep, die snuivend te slaapknikkelen zat. Naast 'r schoof-ie z'n stoel, lei z'n arm om 'r heen. "Niet doen," fluisterde ze schuw. Hij lachte.

"De Messias de Messias", zei Eleazar nog eens: "as we die nièt voelde, as-die in onze krotten geen dinge gezegd had, waarvoor jij geen ooren heb waarvoor die Christus gekruisigd hebbe geen ooren hadde dan zag je nou niks as moord en vlamme dan stond geen steen overend. Daar magge jullie voor danke"... Even keek Druif of-ie 'n krankzinnige hoorde bazelen.

De dragers, de vader zaten bijeen aan het voeteind, Eleazar er over. Koud en doornat, met schrijnend-klevende kleeren zag-ie de kist aan, de kist met 't lijkje, dat zurig den wagen doorstonk. Frisch en verkleumd als ze kwamen van buiten, rooken ze sterker den stank van 't heenrottend vleesch.

Woord Van De Dag

verheerlijking

Anderen Op Zoek