Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 17 juli 2025
Maar Reggie, geleid door 'n pleegzuster, Reggie, die nog niets wist van Saartje en Moosje, mocht bij 'm, zonder te praten. Zittend bij 't bed, liet ze de dorre vingers van 'r niet gekwetste hand over z'n gelaat glijden. Schrikkend omdat ze geen adem bij z'n neus en z'n mond voelde, begon ze beverig te huilen.
"Werk plezierig," zei mat Eleazar. "Plezierig! Plezierig!" herhaalde de man monotoon en flauw-lachend. De trap kraakte stug onder zijn voeten, nu hij naar boven ging. Hij bewoonde de kamer bòven Suikerpeer. Amerika had 'm verwend. Hij had niet meer kùnnen slapen, sámen met Dovid op den grond van de alkoof, bij tante Reggie, Saartje en Moosje. Hij woonde alléén, at bij Reggie.
Den heelen middag zat-ie bij de blinde, spelend met Moosje, 't zieklijk jongetje, waar-van-ie niet hield, omdat 't geel-opgeblazen op Dovid geleek. 't Achterlijk kind had gekraaid van pret om de pop die-die uit 'n zakdoek draaide, z'n vestknoopen beplukt, z'n broek bepiest. Reggie had 't toen overgenomen.
Het licht van het brokje hemel, benêe tot scheemring geloomd, was als een wikkel van laat-killen Novemberdag, bleeken wasemschijn stollend om het wit van de hoofden, de handen, de blootwoelde beentjes van Moosje.
En op het geheven gelaat, geel en dor onder het stuiven der zilverharen, schuwde het licht, alsof het kleurloos van achter onweerskoppen hevelde. Moosje lei in slaap gedommeld. Zoo had Eleazar haar gevonden toen hij met Suikerpeer uit de scheemring der brokkel-poort op 't plaatsje kwam. In de lage kamer werd het gevraag van weerszijden.
Met Moosje op den schoot had-ie zitten denken, overwegen, dat 'r meer in vroolijkheid gestoeid werd, dat ze 'm onverschillig was, hinderlijk van opdringing, stuitend misschien door 'r gemeene trekjes, 'r vies geslobber van 'n rotten sinaasappel, 'r scheefgeloopen slijkschoenen nee, hij kon al rustig over 'r wikken, zonder de gloeiende kropping van-dien-eigen-morgen-nog te hervoelen.
Hij stond met het kind in de armen, schuifde een eindje vooruit, tastend, blind als tante Reggie. Ze had Moosje in de bedstee gelegd, nam Saartje over, hielp haar aan 't jurkje. Eleazar streek een lucifer af, die kort de bedstee belichtte, hol en diep 'n schoorsteen 'n zwarten kalkmuur. De lucifer brandde tot z'n vingers, viel neer en hij kraste 'n tweede af, angstig, snel.
Vreemd-onnoozel werd hun gepraat bij de gaping der riool-opening, rakkerig kinder-doen, schijnbaar-volwerklijk door groote-mans-woorden. Saartje, ouwelijk-wijs, keek van Meijer naar Jan, Moosje druk staamlend perste de handen in de gebleven modderkoeken.
De namen der omgekomenen zijn: Saartje Prins, een meisje van ongeveer zeven jaar; Moosje Prins, een jongetje van nog geen twee jaar; de zieke Russische cigaretten-handelaar Podnowsky, meer in de buurt als Poddy bekend; zijn dochter Rebecca nog geen achttien jaar oud en zijn andere drie kinderen Serre, Sally en Rozetje. Er heerscht in de Jodenhouttuinen een algemeene verslagenheid.
Tante Reggie, recht voor de glimmen der koperen kachel, wier glanzende ballen het donker doorkolden als manen in randen van bloed, had een gelaat van nog even bevlamd donkergeel, geel van 'n foliant in scheemring ook 'r hand, gekromd om stilliggend Moosje, scheurde het zwart zwakjens op.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek