United States or Lesotho ? Vote for the TOP Country of the Week !


In de herberg te Groenendaal zal men haar niet willen opnemen. En hoe zou ik er haar krijgen?" Een oogenblik denkt de dokter na, vóór hij antwoordt: "Ik zal je helpen. Wikkel haar in een deken en draag haar in mijn rijtuig. 'k Zal zelf meegaan en zorgen, dat ze onder dak komt. De knaap kan wel hier bij den wagen blijven." "Och, laat me ook meegaan!" roept Dorus.

Peter zal dat wel in orde brengen. Ga nu toch heen, beste meid, en haast je wat! Wij praten te veel. Als het je gelukt, dezen zakdoek te overhandigen aan dengene, die hem verwacht, zal je een goed werk doen. Maar daar bedenk ik nog wat: wikkel dien zakdoek om je hoofd, dan zal men hem spoediger en reeds in de verte zien, en op je blond haar zal hij goed staan." "Maar moet u dan hier blijven?

Die woorden 'oudere broeder' zijn nog vereerender dan 'broeder'. Het totem bevat een aanbeveling, die niet warmer uitgedrukt kan worden. Wie den drager er van eenigerlei leed aandoet, heeft de felste wraak te verwachten van den Ouden Beer en van den Jongen Beer en van al hun vrienden. Wikkel het totem zorgvuldig in, sir! opdat de roode kleur der teekens niet verwelke.

Ziet ge daar dien rotsachtigen muur en die ruime grot, waarvoor de wijngaardranken als een groot, groen gordijn hangen? Daardoor zullen we er inkomen! Wikkel u in uw mantel; hier brandt de zon, maar nog een schrede verder, en het is ijskoud. De vogel, die daar voorbij de grot heenvliegt, heeft zijn eenen vleugel buiten in den warmen zomer en zijn anderen binnen in den kouden winter!» «Wel zoo!

Hoe zou ik die niet hebben bekeken! Die kleine padde heeft hem mij bitterlijk onder den neus geduwd. Vertel me dan eens, welken vorm hij heeft aangenomen? Dien van mijn hoofd! En wel volkomen; juist zoo gaat het met ieder ander lichaamsdeel. Wanneer ik een arm, heb gebroken, laat ik dien eerst in 't lid zetten, en wikkel hem dan in dunne zwachtels.

Het licht van het brokje hemel, benêe tot scheemring geloomd, was als een wikkel van laat-killen Novemberdag, bleeken wasemschijn stollend om het wit van de hoofden, de handen, de blootwoelde beentjes van Moosje.

Als ze rechtop stond, hingen haar armen over den wikkel van kleeren, waaronder de gore spleetbroek met natte benglende banden en harige kuiten van slap, papperig vleesch. Waar de afscheiding was van de schoenen om de dikke enkels, waren de voeten van ingegroeid vuil, teenen met baksels van zwart en zoo op de schijven der knieën, wier puiling in 't papvleesch daardoor sterker werd.

Ik zal den dag van heden niet vergeten, en heb tot mijn groote vreugde gezien dat mijn kaftan nog in wezen is. Die zal nu mijn uithangbord wezen. Ik zal die voor de deur van mijn huis ophangen, zoodat een ieder die het een of ander lichaamsdeel heeft gebroken, zien kan, dat ik hem in zwavelzure kalk wikkel.

Ik hoor niets verder, want ik trek aan 't touwtje naast mij en ik krijg mijn douche. Brrr! wat is die koud van daag. De reactie is voorbij, mijn huid begint te gloeien, ik grijp mijn badlaken en wikkel er mij in; ik wrijf, ik schuur, ik zaag met de ruwe oppervlakte langs mijn rug en ik word droog. Buiten is 't des te natter. Ik kom terug in mijn kamer, en ga curgemäss weer te bed.