Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 13 juni 2025


Plotseling werd Dorus' gelaat ernstig en bleek, zijn oogen vestigden zich een oogenblik als op iets, dat in de verte alleen voor hem zichtbaar was, en hij herhaalde zachtjes: "Ja, éénmaal, toen heb ik geloof ik, wezenlijk gebeden." Verwonderd keek Augusta hem aan, terwijl zij vroeg: "Wanneer, Dorus?" "Toen zij stierf, daar 's morgens vroeg in de herberg te Groenendaal.

Goedele als hij, in het Soniën-bosch wonen. Daar stichten zij in een dal dat Groenendaal genoemd werd, voor hen beiden "eene matelycke habitacie", op de plek waar vroeger de kluis van een kluizenaar gestaan had. RUYSBROECK ware wel gaarne met Heer FRANK alleen gebleven; maar deze "begheerde die minne Gods te vermeeren in vele personen." Zoo voegden zich dan eenige leeken en religieusen bij hen.

Daarom zou ik voor haar door het vuur loopen en daarom houd ik me in, als de anderen me schelden of plagen. Och, juffrouw, ze is zoo ziek, en alles wat ze haar gegeven hebben helpt niet. Als de dokter maar eens kwam, zou ze wel weer beter worden; hij is zoo geleerd, zeggen ze allemaal; daarom ben ik van morgen van Groenendaal hierheen geloopen."

Carlo ondersteunt haar; dokter Abels neemt tegenover hem plaats en doet haar voeten op zijn knieën rusten. "Naar Groenendaal, in 't Moortje. Vooruit, Barend; stapvoets!" Dank zij dokter Abel's bemiddeling lag vrouw Keetje sedert acht dagen in een frissche, ruime bovenkamer van de herberg het Moortje te Groenendaal.

Kom, Lamme, kom; laat ons steenen smijten in haar net. Laas! sprak Lamme, om levend verbrand te worden! Kom naar Groenendaal, mijn beste vriend, kom naar Groenendaal; daar is een schoon klooster, waar de Hertogelijke Spin den God van vrede bidt, dat Hij heur werk zou laten volvoeren, dat Hij haar als eene raaf in rot vleesch late wroeten.

'k Zag hem door de kleine deur sluipen en in den tuin gaan; er is hier dezer dagen veel slecht volk in de buurt, want met de kermis te Groenendaal zwerft allerlei gespuis rond, en ik dacht: die komt eens kijken, of hij hier wat op den kop kan tikken, 't Is zeker een jongen van een spel of zoo, dat kun je wel aan zijn plunje zien.

Zeker hebben wij met zelfstandige Nederlandsche uitingen te doen in het merkwaardig geschrift van een onbekenden leek dat omstreeks 1333 schijnt te zijn ontstaan en in de werken van "den goeden coc van Groenendaal" JAN VAN LEEUWEN, over wien wij reeds spraken . Wat ons in deze samenspraak al dadelijk treft, is het gevoel van zelfstandigheid tegenover de priesters.

"'k Zal wat voor dien jongen doen", zei de dokter tot Albertine, terwijl hij zijn rijtuig liet inspannen om naar de herberg te Groenendaal te rijden. Juffrouw Keetje was begraven. Het was een aandoenlijk tooneel geweest, toen de acrobaat Carlo en de zijnen aan de afgestorvene de laatste eer bewezen. De sterke man beefde als een riet en weende luid, toen de kist in den schoot der aarde wegzonk...

In de herberg te Groenendaal zal men haar niet willen opnemen. En hoe zou ik er haar krijgen?" Een oogenblik denkt de dokter na, vóór hij antwoordt: "Ik zal je helpen. Wikkel haar in een deken en draag haar in mijn rijtuig. 'k Zal zelf meegaan en zorgen, dat ze onder dak komt. De knaap kan wel hier bij den wagen blijven." "Och, laat me ook meegaan!" roept Dorus.

Een van de zoons had het aan Dorus verteld, en hoewel het plaatsje, waar zij voorstellingen gaven, bijna drie uren van Groenendaal verwijderd lag, was hij twee dagen later, na de voorstelling, zoo spoedig hij kon, op weg gegaan.

Woord Van De Dag

innewaerts

Anderen Op Zoek