Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 11 oktober 2025
En Gösta hief de levenlooze op in zijn sterke armen. "Naar huis, naar Ekeby met haar!" riep hij uit. "Nu is ze de mijne! In de sneeuw heb ik haar gevonden, nu zal niemand mij haar afnemen. Wij zullen hen daarbinnen niet wakker maken. Wat zou zij daar achter die poort doen, waartegen zij de handen aan bloed sloeg!" Hij mocht doen wat hij wilde.
Zij zagen de Kerstlichten en hoorden de Kerstpsalmen, en zij glimlachten als kinderen. Zij vergaten den Kerstnacht in de smidse, als was dat een akelige droom. Groot en machtig is de Majoorske op Ekeby. Wie waagt het zijn arm tegen haar op te heffen? Wie waagt het den mond tegen haar te openen, om tegen haar te getuigen?
Onze lieve Heer weet, hoe weinig leven er in me is! "Heb je gehoord dat ik eens de mooie Margaretha Celsing was? Dat is lang geleden; maar nog kan ik mijn oogen rood schreien over haar! Waarom moest Margaretha Celsing sterven en Margaretha Samzelius leven waarom moet de Majoorske van Ekeby leven? Kun jij me dat zeggen, Gösta Berling? "Weet je hoe Margaretha Celsing was?
O, gij vrouwen uit vroeger tijden, ik zal nu verhalen hoe een van u aan Gösta Berling haar liefde schonk. Veertien dagen na het bal op Borg, was er feest op Ekeby. Dat was het heerlijkste feest van de wereld. Oude mannen en vrouwen werden jong opnieuw, lachten en waren vroolijk, als zij daarover spraken. Maar toen waren ook de kavaliers alleenheerschers op Ekeby.
"Heeft zij den hamer gehoord?" vroegen ze. Ja, dat had zij, en daarmee moesten zij tevreden zijn. Later hoorden zij, dat ze van plan geweest was hun Ekeby te geven, maar dat het testament nooit geschreven was. Dat vonden zij een groote eer en beroemden er zich op zoolang zij leefden. Maar niemand hoorde hen ooit klagen over de rijkdommen, die zij verloren hadden.
Zij greep den brief en slingerde hem Gösta in het gezicht. Het zware papier fladderde op den grond. Gösta kende het wel. "Je hebt je misdadig tegenover me gedragen, Gösta! Je hebt me miskend, mij, die een tweede moeder voor je geweest ben. Durf je weigeren je straf uit mijn hand aan te nemen? Je moet Ekeby aannemen, en dat zal je bederven, want je bent zwak.
"Het gaat ons goed," kreeg zij dan ten antwoord. "Nu komen betere tijden. De gekke predikant te Ekeby en zijn vrouw helpen ons allen." "Nu komt een goede tijd," antwoordde een ander. "Sintram is weg. De kavaliers op Ekeby zijn begonnen te werken. Het geld van den predikant te Broby is gevonden in den kerktoren te Bro. Er is zóo veel, dat Ekeby in eer en heerlijkheid hersteld kan worden.
En naarmate de anderen kwamen, haastten ook zij zich aan het werk. Spoedig waren zij er allen. Zij sleepten balken weg, groeven steenen uit en hieuwen en staken. En spoedig klonken er weer liedjes; lachen en schertsen werd gehoord. Zij waren weer moedig en sterk; zij zouden Ekeby wel weer opbouwen.
Een boerenspeelman is alles, wat ik worden kan, maar dat is genoeg. Ik heb veel goed te maken; maar berouw te hebben en te schreien ligt niet in mijn aard. Ik wil aan de armen vreugde brengen; dat zal mijn boete zijn." "Gösta," zei de Majoorske, "dat leven is te gering voor een man met jou gaven. Ik wil je Ekeby geven." "O Majoorske," barstte hij verschrikt uit, "maak mij niet rijk!
Leg mij zulke plichten niet op! Scheid mij niet van de armen!" "Ik wil jou en de kavaliers Ekeby geven," hernam de Majoorske; "je bent immers een uitstekend mensch en door het volk bemind. Ik zeg als mijn moeder: "dit werk kun je nu voortaan wel op je nemen." "Neen, Majoorske, dit kunnen wij niet op ons nemen! Wij, die u miskend hebben en u zooveel verdriet deden!"
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek