Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 11 juli 2025


Een arbeider, die het veld beploegt langs den boschkant, hoort het woeste geschreeuw van het volk. Hij spant éen van de paarden af, springt er op en draaft naar Ekeby. "Er komt een ongeluk!" roept hij: "de beren komen, de wolven komen, de heksen komen en nemen Ekeby in."

Hij rijdt door de hoeve, buiten zichzelf van schrik: "alle spoken uit het bosch zijn losgebroken!" roept hij, "de booze geesten komen en steken de hoeve in brand en slaan de kavaliers dood." En achter hem hoort men leven en gehuil van de aanstormende menigte. De najaarsstroom bruist op Ekeby toe! Weten ze wat ze willen, die daar vol verbittering aanstormen? Willen ze brand? moord? plundering?

En de duisternis en de kou door de nacht gebracht, bleef op aarde hangen lang nadat de zon was opgegaan, lang nadat de sneeuw, waardoor de schoone Marianne gewaad had, tot water versmolten was. Marianne haastte zich voort van Ekeby om hulp te zoeken.

Geen brandlucht was aan haar golvend haar. Ze zag er uit, als toen hij haar op de markt te Karlstad in zijn jeugd gezien had. De staart sleepte om haar voeten en zij had al de wildheid en geuren van 't woud over zich. "Nu staat Ekeby in brand," riep ze lachend. Kevenhüller had den hamer opgeheven en wilde die naar haar hoofd werpen, maar toen zag hij dat zij zijn vuurwiel in de hand had.

Is dat niet de weg, dien de kleine bloemenmeisjes zelf moeten gaan, een onzekere, wankelende, gladde weg, de weg van hen, die geslagen wonden willen genezen, van hen, die willen oprichten, de weg van hen met vlugge voeten, met heldere oogen, met moedige, liefdevolle harten! 't Was over middernacht, toen de gravin den oever van Ekeby bereikte.

't Is zoo makkelijk hen tegen hun zin uit hun bedden en in de oude voertuigen te krijgen, die hen weg zullen voeren. Dan laat de Majoorske een hooiberg in brand steken, die zóó dicht bij het huis staat, dat de vlammen tot in de kamer schijnen, waar de kavaliers slapen. "'t Is mijn hooiberg," zegt ze, "heel Ekeby hoort mij toe."

't Is namelijk hoogst waarschijnlijk, dat hij vannacht omgekomen is." Ze zei dit op zachten, treurigen toon maar er was geen woord waar van al wat ze zei. "Elisabeth heeft lang geslapen vanmorgen, en heeft daardoor niet gehoord, dat er al menschen om het meer heen zijn gezonden om Gösta Berling te zoeken. Hij is niet naar Ekeby teruggekomen, en men vreest dat hij verdronken is.

"Zij heeft me gered," zegt Gösta. "Wat zou ik geweest zijn zonder haar." "Kijk eens hier! Alsof ze er niet haar bedoeling meê gehad zou hebben, met je hier op Ekeby te houden. Je kunt menigeen in 't net lokken; je hebt groote gaven. Eens heb je geprobeerd van haar weg te komen, je kreegt een huis van haar en je werdt arbeider; je wou je eigen brood verdienen.

Onze arme, hongerige kinderen schreien, onze kleeren zijn gescheurd, het koren staat in schoven, tot de korrels uit de aren vallen, de aardappelen verrotten in den grond, onze paarden loopen wild rond, onze koeien worden niet verzorgd, wijzelf vergaan bijna van vermoeienis en dat alles is hun schuld. Laat ons naar Ekeby gaan en gericht over hen houden. Laat ons naar Ekeby gaan!"

Wel wist ze, dat haar man met vreugde zag hoe 't toeging op Ekeby. Maar ze kende hem genoeg om te weten dat, als zij maar eens zijn sprinkhanen verdreven had, hij te lui zou zijn om anderen te zoeken. Waren de kavaliers maar eerst weg, dan zou haar oude rentmeester en de meesterknecht Ekeby wel op de oude manier besturen.

Woord Van De Dag

1195

Anderen Op Zoek