Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 11 oktober 2025


"Nu, ga jij maar naar de hel, Gösta, als je daar lust in hebt. Wij willen liever zelf Ekeby regeeren." "Maar ben jelui dan heelemaal dwaas of heb je al je verstand verdronken? Geloof jelui dan, dat 't waar is? Geloof je dan, dat hij de Booze is. Kun je dan niet merken, dat 't alles vervloekte leugens zijn?"

"Komt nu kinders, komt nu!" met deze woorden wendde ze zich weer tot het volk. "God behoede Ekeby. Ik moet naar mijn moeder. O Marianne! als je weer tot je zelf gekomen bent. Als Ekeby verwoest is en 't land in nood, denk dan aan wat je nu hebt gedaan en zorg voor deze arme menschen." Toen ging ze heen, door 't volk gevolgd.

Zóó pleegt haar man te komen, als ze op Ekeby een ongewoon wilden streek hebben uitgehaald. Hij staat daar en biecht en vraagt om vergeving. Hij vertelt haar van de duistere machten, die hem weglokken van wat hij 't liefste heeft: van haar en de kinderen. Want hij heeft hen lief. Waarachtig! Hij heeft hen lief.

Daarop vragen de kavaliers, waar hij heen gaat, en hij antwoordt, dat hij naar de Genadige vrouw van Ekeby moet; dat mevrouw de Majoorske hem wacht om haar contract te vernieuwen. Groote verbazing onder de kavaliers. Een strenge, bekwame vrouw is ze. Op haar breede schouders draagt ze een ton rogge. Ze volgt het ertstransport van de berggroeve heel tot Ekeby toe.

Borg en Ekeby liggen beide aan het lange Löfvenmeer, maar elk aan een anderen kant. Borg ligt in Svartsjö en Ekeby in Bro. Als het meer toegevroren is, moet men een paar mijl rijden, om van Ekeby naar Borg te komen. De arme Gösta Berling werd voor dit feest uitgerust door de oude heeren, alsof hij een koningszoon was en de eer van zijn rijk moest ophouden.

Toen dit bekend werd, begreep de kleine Faber plotseling welk eervol heldenstuk de koster heeft uitgevoerd, en verklaart, dat hij er trotsch op wezen zal hem zijn zwager te noemen. Op Vrijdagavond keert Majoor Anders Fuchs naar Ekeby terug, na meegeweest te zijn naar 't feest in 't huis van den koster ter eere van zijn meesterschot en naar 't verlovingsfeest bij den organist aan huis.

Zij konden niet anders van de echtbreekster denken. Maar wat gaf zij om die onnoozelen! Zij waren haar toch immers vreemd gebleven; maar deze arme kavaliers, die door haar mildheid geleefd hadden, die haar goed kenden zij geloofden het ook! Of ze deden alsof zij 't geloofden, om een voorwendsel te hebben, zich Ekeby toe te eigenen.

In die dagen werd geen ijzer gesmeed. Maar het voorjaar kwam, en op de kantoren van de groothandelaars te Götaborg begon men op het ijzer van Ekeby te wachten. Men haalde de contracten voor den dag, die met den Majoor en de Majoorske gesloten waren en daarin stonden leveranties van vele honderden ponden genoemd. Maar wat gaven de kavaliers om de contracten van de Majoorske!

't Was haar een genot te vertellen hoe de groote grondeigenaar in zijn sterke dagen was. Ze vertelde hoe hij alles verdragen kon, zoo goed als de kavaliers van Ekeby, hoe hij zaken deed en veel geld verdiende, juist als zij meende, dat zijn woestheid hun huis en hof ontnemen zou. Maar Marianne wist dat ze gelukkig was niettegenstaande al die klachten. Alles voor hem te zijn, was haar genoeg.

Maar wat wist hij daarvan? Hij voelde alleen, dat alles hem haten moest, omdat hij bloed vergoten had en anderen geschaad. In den tijd, dat de Majoorske van Ekeby verdreven werd, woonde hij alleen in zijn huisje. Zijn vrouw was dood en zijn zonen heengegaan. Maar op markttijden was toch zijn kamer vol gasten. Zwartharige, donkergekleurde landloopers kwamen daar binnen.

Woord Van De Dag

vorstengeslachten

Anderen Op Zoek