Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 11 oktober 2025


Eilaas! nog tot morgen zou ik aldus kunnen spreken: maar wat baat het, vrouw: in Vlaanderen is het leven onhoudbaar om den wille van de plakkaten. Welhaast zal telken nacht de kar van den Dood dof door de straten rijden en wij zullen zijne beenderen hooren rammelen. Soetkin sprak: Jaag me geen schrik aan, Klaas.

Ik had zelve de koorts van schrik en wanhoop; maar ik gevoelde wat ik als moeder te doen had, en veinsde mij sterk om de anderen te troosten. Er is een nieuwe baanwachter benoemd...." "Eilaas!" zuchtte Jan Verhelst, "onze lieve waggon, ons hoveken, ons land, de school van onzen Sander, verloren, verloren voor altijd! Wij waren te gelukkig; het kon niet blijven duren.... Ga voort, Mie-Wanna."

Ik wel, sprak hij, want een hongerige maag kan veel verdragen. De dame keerde zich om en sprak: Wat is dat voor een moeial, die zich met mijne keuken bemoeit? Eilaas! schoone dame, sprak Uilenspiegel, liet ge mij er een weinig mede bemoeien in uwe gezelschap, ik leerde u gerechten uit vreemde streken maken, die onze dames niet kennen. En smakkende, zei hij: Ik heb dorst. Naar wat? vroeg zij.

Uwe moeder en uwe zuster zijn gezond, de zaken op uwe hofstede gaan niet slecht. Hebt gij ergens eene pijnlijke wonde, zij kan slechts aan het hart zijn. Bedrieg ik mij?" "Eilaas, mocht ik sterven!" klaagde Frans. "Maar gij hebt ongelijk, kameraad. Wij zijn insgelijks jong en weten ook al iets van zulke dingen. Het gemoed der meisjes is veranderlijk als het weder.

Eilaas, hij insgelijks waant mij dood; hij weet niet dat zijne welbeminde, zijne bruid, kwijnt en wegsterft onder de macht van Albafras, den onmenschelijken toovenaar. Vliet, mijne tranen, vliet als beken: weenen is al wat mij overblijft!" De jonge fourier beefde van treurig medegevoel en had waarlijk groote moeite, om zijne eigene tranen op te houden.

Van dit oogenblik af mag ik aan Dakerlia niet meer denken en gij, zuster, gij moogt haren naam voor mij niet meer uitspreken. Begrijpt gij mij, Witta?" "Ik begrijp u, broeder", was het treurig antwoord. "Pijnlijk is de plicht, maar toch, gij hebt gelijk. Zwijgen zal ik. Eilaas, indien die arme ... Bloed laten! Het is schromelijk!"

Die voorwaarde wil ik geëerbiedigd zien, niet alleen heden, maar insgelijks morgen, tot het uur mijner opvaart naar de wereld der zielen. Aanvaardt gij Theresia? Antwoord mij, of vertrek oogenblikkelijk van hier!" "Eilaas, kan het niet anders zijn, ik zal mij aan het wreede noodlot onderwerpen!" klaagde de maagd. "Welnu, luistert dan; want ik ben zeer moede en ik snak om alleen te zijn.

Ik beminde hem als mijnen zoon, niet slechts omdat hij het kind mijner zuster zaliger was, maar bovenal omdat het Kerlenbloed zoo zuiver door zijne aderen vloeide en er uit hem een wondersterke man moest groeien. Eilaas, mijn arme Eric! hij is dood, dit is zijn voet!" "Dood!" riepen al de omstanders. "De kleine Eric dood!" klaagden de vrouwen met opgeheven armen. "Wie? wie?" gromden de mannen.

En 't antwoordt haar: "Eilaas, bezorgde ziel, Een nieuwe boô der Liefde kwam getogen, Die van een nieuw verlangen mij vertelt; En heel zijn leven, heel zijn sterk vermogen, Straalt uit den blik dier deernisvolle ziel Wie 't leed om ònze martelingen kwelt.

Die ongelukkige, die arme Willem! Hadde hij nooit den voet op dit vermaledijd kasteel gezet! Zulk einde en nog zoo jong!" "Water en azijn? Wat is er gebeurd? Hebt gij weder iets uitgevonden om mij vervaard te maken?" vroeg de vrouw verbleekend. "Neen, neen, Peternelle, ditmaal is het ernstig waar," antwoordde Jakob. "Is mijnheer Reimond overleden? Eilaas, het moest er toch eens van komen.

Woord Van De Dag

palaemon

Anderen Op Zoek