Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 17 juni 2025
Ik beminde hem als mijnen zoon, niet slechts omdat hij het kind mijner zuster zaliger was, maar bovenal omdat het Kerlenbloed zoo zuiver door zijne aderen vloeide en er uit hem een wondersterke man moest groeien. Eilaas, mijn arme Eric! hij is dood, dit is zijn voet!" "Dood!" riepen al de omstanders. "De kleine Eric dood!" klaagden de vrouwen met opgeheven armen. "Wie? wie?" gromden de mannen.
Een akelige noodkreet bonsde door de zaal; Burchard, de harde de sterkmoedige Kerel, liet zich op eenen zetel vallen en begon overvloedig te weenen. "Eric! Eric! Het kind mijner zuster!" klaagde hij. "Dood, dood! En hem niet weder levend kunnen maken, zelfs niet in stroomen bloed!" "Ho, het is gruwelijk!" morde Robrecht, sidderende van verontwaardiging en toorn.
Uit de berichten, die over de belangrijke zuidpoolexpeditie van luitenant Shackleton nog in de bladen zijn verschenen, zij nog meegedeeld, dat de bestijging van den Erebusvulkaan den 5den Maart 1907 volbracht werd door luitenant Adams, Sir Philip Brocklehurst, prof. Edgeworth David, A. Forbes Mackay, Eric Marshall en Marson. Tot op een hoogte van 1650 meter konden ze met de slede doordringen.
Burchard blikte in het ronde, drukte eenigen zijner bijzondere vrienden de hand, en sprak dan met luider stemme: "Gezellen, men heeft u gemeld, niet waar, dat ik u den noodkreet van Harop heb toegericht, opdat gij mij den dood van den armen Eric helpt wreken. Tegen de Isegrims, der Kerlen bloedvijanden trekken wij ten strijde.
Dat degenen die last van vrouw of kinderen hebben te huis blijven; jonge mannen zoek ik, en die zijn er genoeg. Gaat nu naar huis, wekt onderwege de Kerels en zendt ze herwaarts. Zegt hun dat zij hunne korenwannen medebrengen. De Isegrims, die mijnen armen Eric vermoord hebben, wonen op eenen sterken burcht. Dit nest moeten wij bestormen om er het wolvengebroed in te verpletten.
Ah!" kreet Burchard, eene toorts grijpende. Door de Kerels gevolgd, daalde hij eene steenen trap af en kwam in eenen overwelfden gang waar inderdaad het lijk eener jonkvrouw op de zijde ten gronde lag. Eene wijl staarde Burchard stom en beweegloos op het doode lichaam. "Het is Rambolds zuster", morde hij. "Nu zal ook de smart, nu zal ook de rouw hem in het hart bijten. Eric is gewroken!"
De vrouw, die reeds bij de komst van Burchard uit zijnen mond den wreeden dood van den jongen Eric had vernomen, wilde hem nu eenige woorden van troost toesturen, doch daar zij zag dat hij ongaarne antwoordde, stoorde zij hem in zijne zwaarmoedigheid niet meer. Zij wendde zich tot hare kinderen, die gedaan hadden met eten en zeide: "Nu, kinderen, vergeet den Drolle niet. Gij moet gaan slapen."
Wel was deze wraak bloedig geweest, maar wreeder toch niet dan de onmenschelijke moord door Rambold op den kleinen Eric en op de Kerels van Bethferkerke gepleegd. Burchard zeide, spottende, dat hij naar Yperen ging om zijne ooms deze bevrediging te geven; maar dat hij het deed met de vaste overtuiging dat de ridders hem zouden veroordeelen.
Een onnoozel kind van veertien jaar, met Kerlenbloed in de aderen toch; want hij weerstond het langste aan Tancmars lieden. Men heeft den kleinen Eric zoo onmenschelijk geslagen, dat hij er van te bedde ligt." "Laffe wreedheid!" riep Robrecht. "Ha, gij hebt het arme kind gewroken, niet waar?" "Hemel! en wat hebt gij gedaan?" zuchtten terzelfder tijd de proost en de kastelein.
Hij is in den burcht, de vuige moordenaar van mijnen armen Eric! Ah, ik zal hem vinden, ik moet hem hebben!" Maar wanneer hij alles had doorzocht, en de Kerels van moorden moede en met bloed bedekt, hem omringden, stond hij daar, grijnzend het hoofd schuddende en als ontmoedigd. "Rambold ontsnapt mij!" zuchtte hij herhaalde malen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek