Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 29 mei 2025
O aarde, ik wil u meer met vocht verkwikken, Dat uit deez' twee verweerde kruiken vliet, Dan jonge April 't vermag met al zijn buien; In zomerdroogte drenk ik u; des winters Smelt ik met heete tranen u de sneeuw; Ik wek een eeuw'ge lente op uw gelaat, Indien gij 't bloed wilt weig'ren van mijn zoons. Eed'le tribunen! zacht gestemde grijsaards!
't Is u niet onbekend, wat diepe neiging Ik voor den balling Valentijn steeds voed, Noch, hoe mijn vader tot een echt mij dringt Met de' ijd'len Thurio, dien mijn ziel verfoeit. Gij hebt bemind; ik hoorde zelve u zeggen, Dat nooit een leed zoo diep uw harte trof, Als toen uw dierbare uitverkoor'ne stierf, Wier graf uw eed van eeuw'ge trouw vernam.
Zoo komt er nooit iets uit mijn mond, Dat spreekt als ik het meen, En vind ik wat ik straks niet vond... Dan ben ik weer alleen." Ik zou niet graag Alleen, vandaag, Door hoven gaan van love'ren schoone, Als ik niet kon De lucht, de zon En waar zij óp schijnt, aan u toonen. Hoe licht de schijn Der zonne rein Langs 's werelds eeuw'ge kleurenweelde!
ANTIPHOLUS VAN SYRACUSE. Wees zelf uw zuster, lieve, en word dan mijn. U wijd ik mij, u zweer ik eeuw'ge trouw; Gij hebt nog geen gemaal en ik geen vrouw; Reik mij uw hand! LUCIANA. O zwijg, heer, houd u stil! Ik haal mijn zuster hier, of zij dit wil. ANTIPHOLUS VAN SYRACUSE. Ho, Dromio! ho! waar ijlt gij zoo naar toe? 72
Wie ben ik, als ik denk aan u, mijn held! ik kleine,¯in 't klein-gevoelend volk begraven maar toch! wat zoeten drank van min zij gaven, mijns harten hart bleef zoeken, onverzeld, naar minder niet, dan wat uw mond mocht laven, kristallen dronk, uit eeuw'ge rots geweld. Datzelfde, waar uw Godlijk lied van meldt, heb ik voor alle tijden willen staven.
Op groeiden Jarl's zonen; Zij temden paarden, Bogen schilden Gladden pijlen, Drilden speren, Maar Kon, de jongste, Wist de runen Eeuw'ge runen En levensrunen. Rigsmál. De vlugge god. Een andere zoon van Odin was Hermod, zijn speciale dienaar, een schitterende en schoone jonge god, die begaafd was met groote snelheid van beweging en daarom als de snelle of vlugge god werd aangeduid.
Zoo diep berouw Als losgeld voor zoo zware schuld volstaat, Dan bied ik 't hier; voorwaar mijn smart is groot, Zoo groot als mijn vergrijp. VALENTIJN. Ik ben voldaan; En reken u op nieuw een eerlijk man. Wien boete niet verzoent, behoort ten hemel Noch aarde; beide kan berouw verteed'ren, En de Eeuw'ge heft hen op, die zich verneed'ren.
PROTEUS. Hier is mijn hand, als pand van eeuw'ge trouw; 8 Glipt mij op een'gen dag een uur voorbij, Waarin ik niet om u, mijn Julia, zucht, Dan straffe voor vergetelheid in liefde Mij 't volgend uur met zware ramp en nood! Mijn vader wacht mij reeds; neen, antwoord niet! Het is nu vloed; 'k meen niet uw tranenvloed; Die vloed zou mij voorbij mijn tijd doen toeven. Julia, vaarwel!
Zoudt gij niet op mij spuwen, mij vertrappen, Uw naam van gâ mij sling'ren in 't gezicht, De huid mij scheuren van 't boeleerend voorhoofd, Den trouwring snijden van mijn valsche hand, Dien breken met een vloek van eeuw'ge scheiding? Ik weet, dit kunt gij doen; zoo doe het nu.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek