Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 17 juni 2025
De storm werpt het naar beneden, of de zwarte slang kronkelt er zich om heen, of een kwajongen haalt het uit zonder er veel bij te denken, of de beroeps-eierverzamelaar verwenscht zij zijn naam en bezigheid! bergt het in zijn gruwelkast. Het wijfje blijft maar zelden langer dan een paar uur op de plek rondvliegen; dan glipt ze weg naar grooter eenzaamheid.
Is het mooi weer, dan blijft hij den geheelen dag op de been, maar als het loopen hem zwaar valt of zijn staart nat wordt in de brijige sneeuw, draaft hij een poosje om zijn spieren los te maken, en glipt dan in zijn hol, waar hij rustig gaat liggen. De honden mogen blaffen wat ze willen: de grond is bevroren en zij kunnen hem niet uitgraven.
PROTEUS. Hier is mijn hand, als pand van eeuw'ge trouw; 8 Glipt mij op een'gen dag een uur voorbij, Waarin ik niet om u, mijn Julia, zucht, Dan straffe voor vergetelheid in liefde Mij 't volgend uur met zware ramp en nood! Mijn vader wacht mij reeds; neen, antwoord niet! Het is nu vloed; 'k meen niet uw tranenvloed; Die vloed zou mij voorbij mijn tijd doen toeven. Julia, vaarwel!
Zoodra het geblaf hem te dichtbij komt glipt hij aan den anderen kant de helling af, waar het is alsof de wind hem naar den volgenden heuvel blaast. Ook hier bestaan er uitzonderingen; maar zij bevestigen slechts dien grooten regel van het dierenleven: vroolijkheid overal, zelfs dan wanneer wij een wilden doodsangst zouden verwachten.
Wanneer Whitooweek op zijn trek naar het Zuiden een goed terrein voor voedsel aantreft, zal hij bij ons blijven als hij niet gestoord wordt, tot een felle vorst zijn voorraadschuur verzegelt, en den grond te hard maakt om er met zijn gevoeligen snavel in te kunnen dringen. Dan glipt hij weg naar 't Zuiden, naar de naastbijzijnde open wel of beek in de elzen.
Voor dien uitverkorene opent zich het kleine genadepoortje in den vliezigen celwand, en de bevoorrechte glipt het vrouwelijk cellichaam binnen, om er levenverwekkend mee samen te smelten. Precies hetzelfde speelt zich af in het verkeer der sexen, dat aan de handeling der bevruchting voorafgaat.
In ’t breede lommer van de lage boomen Glipt, glipt het beekje langs de holle boorden; Het streelt de blonde bloemen aan zijn zoomen, En zingt een lied vol murmelende akkoorden. Toen kost gij, lieve, uw lust niet meer betoomen, Maar waadde’ door de golfjes, die bekoorden: Zij wijken, nu zij bij uw voetjes komen, En kussend fluisteren zij liefdewoorden.
De mensch luikt vol genot de droomende oogen, En ’t luwtje, als liefde, al zoetjes aangevlogen, Heeft kussend hem den sluimer ingeädemd... ’t Is alles nu met duisternis omtogen, En ’t starren-dak zendt stilte op ’t glanzend puin, De verre trots weleer van rots en kruin, Het maanlicht glipt door holle venster-bogen;
In de late schemering, wanneer de houtsnippen voor 't eerst naar buiten komen, ziet ge niets dan een schaduw haastig over een stukje helderen hemel glijden, als Whitooweek aan de beek in de wei gaat eten, of hoort ge geritsel in de elzen, als zij de dorre bladen omwerpt, en een zwak pieunk, als 't geluid van een nachtzwaluw in de verte; en dan vangt ge nog net even een schaduw op die langs den grond glipt, of een spinnend, vleermuisachtig wiekgeflapper, wanneer ge nader komt om het te onderzoeken.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek