Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 11 september 2025


"Gij vergist u, kapitein," repliceerde Francis, "de freule Mordaunt die ter eere van haar neef haar avondtoilet heeft gemaakt." "Chère cousine, welk eene verrassing! Sta mij toe, u de hand te kussen voor die allerliefste inschikkelijkheid." "Wel zeker; behandel mij maar eens als eene dame, daarbij vindt uwe courtoisie zich het meest op haar gemak."

Terwijl de dichter bij de Narcissusfontein verzonken is in bewondering van den rozeknop, die hij daar ontwaart, schiet de Liefdegod hem met zijn pijlen: Beauté, Simplesse, Courtoisie, Compagnie en Beau-Semblant. Esperance, Doux-Penser, Doux-Parler, Doux-Regard heeten de laatste.

De schilder had de beide jonge dames tot die wandeling uitgenoodigd, maar naast Claudine gaande, had hij alles wat hij zeide zoo bij uitsluiting tot haar gericht, dat de jeugdige Mina zeer weinig gevleid was met de rol van comparse te spelen tusschen lieden die elkander zooveel te zeggen hadden, en hen weldra samen liet, onder voorwendsel haar tuinhoed te gaan halen; maar zij kwam niet terug en ging zitten boudeeren op den divan in de serre, waar Graaf Peterhoff zich bij haar voegde, die niet verzuimde haar eenige beleefdheden te zeggen, wel geschikt haar een beteren dunk te geven van zijne courtoisie, dan dien zij van Frits moest ontvangen hebben.

Dwars tegen vroomheid en courtoisie in handhaafden zich in de bruiloftsgebruiken de sexueele verbeeldingen met al hun levende kracht. Men kan, als men wil, het geheele komisch-erotische genre beschouwen als wilde loten uit den stam van het epithalamium: de vertelling, de klucht, het liedje.

De toeschouwers der mindere klasse, zelfs velen van de hoogere, en naar men zegt ook verscheidene der dames waren ontevreden, dat de strijders de wapenen van courtoisie kozen. Want dezelfde soort van menschen, welke heden ten dage de ijselijkste treurspelen het meest toejuichen, stelden in dien tijd te meer belang in een toernooi, naarmate de kampvechters gevaar liepen.

En geen ridder was zoo hoofsch als Gawein: al wist hij niet te zeggen de dingen als de woordenrijke vinders doen, hij wist te doen de dingen der courtoisië, die een ridder doet voor de vrouwe zijner keuze. Hij liep een middag Ysabele's valk na, die was weg gevlogen.... Tot hij den vogel eindelijk vond, moede des vluchtens, in het struweel.

"Het is waar," zei ze glimlachend, "voor iemand die mij niet kent, moet ik er nu wel wat vreemd uitzien.... Maar zeg op, waar gij mij eigenlijk voor aanzaagt? Ik houd van oprechtheid: dat is ten minste wat mij van 'de dames' onderscheidt." "Welaan, ik zal oprecht zijn. Ik hield u bij den eersten aanblik voor...." De courtoisie begon mij een part te spelen; het harde woord wilde er niet uit.

Het antwoord dat ik haar geven kon was, zooals gij wel raden kunt, bon papa! zeer geruststellend voor u," voegde Francis er met een ondeugend glimlachje bij; "hoe zij het opvatte weet ik niet, want wij raakten op dat oogenblik in een moeielijk parket. Een troepje jongelui van die soort, die meer op de sociëteit studeert dan in de collegiekamer, kwam arm in arm gestrengeld op ons aanhorten, onder niet al te vleiende toespraak, hetzij freule Roselaer in Utrecht eene bekende en weinig beminde persoon was, hetzij iets in haar of in mijn voorkomen den spot- of plaaglust opwekte dier onwaardige muzenzonen. Waarheid is, dat haar hoed eenige modes ten achter was, en de mijne ook niet naar het laatste plaatje; daarbij zij met haar ouderwetschen boiteux, ik met mijn regenmantel, beiden zonder crinoline; zij, omdat haar leeftijd haar ontsloeg aan zulke dwaasheid mee te doen, ik, omdat ik nooit iets navolg dat ik belachelijk vind en niet verkoos mij door een cage te laten omsluiten, zagen wij er, ik moet het erkennen, niet uit als zulke élégante dames, die voor diergelijke jongelui genoegzaam attraits hebben om hunne courtoisie uit te lokken. Toch hadden ze ons gemis aan élégantie, dat hen niet deerde, als eene zeer verschoonlijke fout kunnen overzien en ons ongemoeid laten voorbijgaan, maar het omgekeerde scheen hun meer piquant. Zij stelden zich in onzen weg, sloten een kring om ons heen onder het toewerpen van allerlei ongepaste benamingen, waarvan "ohé! slappe juffrouw!" "ohé! mamsel boiteux!" en "hoed! hoed!" nog de minst onwelvoegelijke waren. Ziet gij, neef Leo! ik ben geen prude, die een vies mondje trekt als zij een hartig woordje zou moeten spreken: je nomme un chat, un chat, als het er op aankomt, maar lafheid en zoutelooze aardigheden ergeren mij op het hoogste, vooral van jongelieden uit den zich noemenden beschaafden stand. Ik verkoos hier geen lijdelijk slachtoffer te blijven, en ware ik alleen geweest, ik had er mij met mijne parapluie onder den arm wel doorgewerkt, maar ik mocht eene dame van tantes leeftijd niet blootstellen aan hunne represailles. Gij zegt altijd, grootpapa, dat ik zoo onbesuisd te werk kan gaan als men mij driftig maakt, en ik beken het gaarne, daar is wat van aan; maar in dezen verdien ik uw lof. Ik bleef uiterlijk kalm tegenover hen staan, trof hen niet dan met den gloed mijner verontwaardiging die uit mijne oogen lichtte, en begon hen dapper de les te lezen over de weinige humaniteit die zij, wetgevers, litteratoren en theologanten in dop, betoonden jegens personen die hun niets in den weg hadden gelegd. Ik zei hun ronduit dat zij zich schamen moesten over zulke manieren, die men op zijn best in gamins kon verschoonen; enfin, ik weet niet recht meer de juiste termen die ik gebruikte bij mijne allocutie; maar het bleek dat zij doel troffen. Enkelen dropen zwijgend af, anderen weken beschaamd ter zijde, een hunner zelfs begon zijne excuses te maken en bood zich aan, ons geleide te geven tot onze woning, eene hoffelijkheid die wij dankelijk afsloegen, zooals gij denken kunt; daarbij hadden wij maar eene straat over te steken om bij den notaris van Beek te zijn, waar de freule wezen moest; zij dankte mij met zekere warmte voor mijn bijstand, prees mijne kloekheid en tegenwoordigheid van geest, doch hield mij voor, dat zulke overwinningen op den publieken weg eigenlijk niet te pas kwamen voor eene jonge dame van mijn stand. "Encore une victoire et me voil

»Verschoon mij, mevrouw! ik kan moeielijk gelooven dat zulks in zijne bedoeling ligt," voegde de Graaf haar toe met zekeren ernst. »Zoo ik iets op hem aan te merken heb, is het juist dat hij zoo weinig werk maakt van de dames; wij weten toch allen dat zij het zijn qui mènent le monde, en hij negligeert zelfs de invloedrijkste onder haar; met een weinig courtoisie zou hij groote voordeelen kunnen behalen, maar zijn gemis daarvan gaat soms tot stugheid en 't is altijd zijns ondanks geweest dat sommige vrouwen hem gepousseerd hebben; hij heeft het meestal geloond met eene nonchalance qui frise l'ingratitude."

Ik en vond u niet in de burchtzale, zeide Gawein; waar de burchtzaten in feestelijk deduut te zamen zijn en aan den male, zag ik u met Lancelot zoo zoete spel drijven en samensprake vol courtoisië, dat ik niet en wist wat te denken, o Ysabele! O Gawein, mijn wellieve Gawein, verweet schalks Ysabele; wat verdacht gij mij van courtoisië met Lancelot te drijven!

Woord Van De Dag

duri

Anderen Op Zoek