Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 6 juli 2025


En nu, neef Leo! gij valt gelukkig niet in de termen, wij kunnen vrienden blijven; loop eens met mij naar buiten, ik zal u wat van het terrein laten zien; grootvader kan mee wandelen, de wind is gaan liggen, de zon is doorgeschoten, het is bijna zacht lenteweer; ik heb ter eere van onzen gast mijn tuinhoed opgezet, en hier is uwe muts, grootpa; de chambercloak maar wat toegeknoopt, mijn arm genomen en opgemarcheerd.

De schilder had de beide jonge dames tot die wandeling uitgenoodigd, maar naast Claudine gaande, had hij alles wat hij zeide zoo bij uitsluiting tot haar gericht, dat de jeugdige Mina zeer weinig gevleid was met de rol van comparse te spelen tusschen lieden die elkander zooveel te zeggen hadden, en hen weldra samen liet, onder voorwendsel haar tuinhoed te gaan halen; maar zij kwam niet terug en ging zitten boudeeren op den divan in de serre, waar Graaf Peterhoff zich bij haar voegde, die niet verzuimde haar eenige beleefdheden te zeggen, wel geschikt haar een beteren dunk te geven van zijne courtoisie, dan dien zij van Frits moest ontvangen hebben.

Doch de slankheid van haar figuur en het bedriegelijk-jeugdige van een lagen tuinhoed met breeden rand misleidden hem omtrent haren leeftijd, en eerst toen zij onverzeld uit het boschje terugkeerde en hij haar in het gelaat kon zien, bemerkte hij zijne vergissing.

Zij sleepen haar goeden naam en mijne grijze haren door het slijk. Mijn tuinhoed Phryx, en mijn staf!" Sinds lang woedde de storm om het huis aan de zee, en het zeil dat gespannen was boven de opening van het impluvium, rukte met luid geraas aan de metalen ringen die het vasthielden. Nu kwam er zulk een hevige windvlaag, dat twee vlammen van de drie-armige lamp uitwoeien.

Blozende en als op de plaats vastgenageld bleef ik standhouden achter eene, tusschen ons beiden in staande, tafel van ongemeene grootte, doch uit slechts ééne plank vervaardigd, en waarop een werkmand, een tuinhoed en een paar handschoenen lagen, en stamelde ik ettelijke onsamenhangende woorden van verontschuldiging, over het slechte weer, over mijn leedwezen van de Juffer gestoord te hebben enz., waarna ik, al achteruitschuivende, mijn hoed wederom opraapte en te kennen gaf, dat ik door een onmiddellijk vertrek mijn onbescheidenheid zoude verbeteren.

Ze is gekleed als landmeisje in nationaal costuum: wit, voetvrij rokje, rood gezoomd, met kleurig, laag uitgesneden rijgkeurs en een schortje van glanzig zwarte stof. Haar breedgerande tuinhoed hangt aan een lint over haar arm. Ze heeft zonnig-blauwe oogen met een zweempje weemoed; en een levenslustig stompneusje.

Zij scheen een oogenblik te aarzelen of zij een anderen weg zou nemen, mogelijk wel omdat zij, in eene oude grijze sjaal gewikkeld en met een ongracieusen tuinhoed op, zich bewust was weer geen goed figuur te maken, mogelijk ook omdat zij mij nog rancune hield.

"Nel zei dadelijk, dat jullie zeker in die coupé zat. Pas op, houd ze vooral voorzichtig vast. 't Is hier zoo druk." "Hoera, daar heb je Door. Zie ze eens loopen," zei Nel. "Dag oom, dag jongens!" "Dag Dorus," zei oom Karel, "meisje, meisje, wat heb je geloopen." "Maar Door, wat heb je nu op?" vroeg Nel. "Mijn ouden tuinhoed. Ik kon mijn schoolhoed nergens vinden.

Woord Van De Dag

bakels

Anderen Op Zoek