Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 25 juni 2025
Er werd dus een abonnement genomen op den Castor, een hoedenmakersvakblad, dat maandelijks met een vignet en wijsgeerig artikel van Gustave Colline verscheen. 2o.
"Welke maatschappelijke positie bekleedt je beschermeling?" vroeg Rodolphe. "Hij is geen beschermeling van me," antwoordde Colline; "toen we gisteren avond uiteen gingen, hebben jullie me gevraagd hem te volgen, en hij, van zijn kant, noodigde me uit om met hem mede te gaan, dat viel dus prachtig samen.
"Ja, mijnheer," ging Carolus voort, "de hooge philosophie en de gezonde litteratuur, daarheen gaat mijn streven; mijns inziens is de kunst een priesterschap." "Zeker, zeker ...." zeide Colline; "daar bestaat nog een liedje op." En hij begon te zingen: "Oui, l'art est un sacerdoce Et sachons nous en servir. Ik geloof dat het uit Robert le Diable is," voegde hij eraan toe.
"Heeren", zeide Rodolphe, terwijl hij zijn vrienden de hand drukte en met een gebaar naar de jonge vrouw wees, "mag ik u de vrouw des huizes voorstellen?" "Dan ben jij dus de heer des huizes?" zeide Colline. "Mimi," antwoordde Rodolphe, "ik stel je mijn beste vrienden voor, en doe nu de soep op."
"Ik vind u hier in nog al goeden welstand," zeide hij met een blik op de tafel, op het midden waarvan een groote lamsbout prijkte. "De huisbaas!" zeide Rodolphe; "laten wij hem de verschuldigde eer bewijzen!" "En hij begon met zijn mes en vork den generaalsmarsch op zijn bord te slaan. Colline gaf hem een stoel en Marcel riep uit: "Schaunard, geef mijnheer een glas!"
In dien tijd bezochten Gustave Colline, de groote wijsgeer, Marcel, de groote schilder, Schaunard, de groote musicus, en Rodolphe, de groote dichter, zooals zij elkaar onderling noemden, geregeld het café Momus, waar zij, omdat men ze altijd samen zag, den bijnaam van de "vier musketiers" gekregen hadden.
"En die daar?" zeide Rodolphe en wees hem de dameslaarsjes; "zijn die ook van mijnheer Rodolphe?" "Die zijn van zijn dame," zeide de concierge. "Van zijn dame?" riep Colline verbaasd uit. "Wat een wellusteling! Daarom wil hij natuurlijk niet open doen!"
Welnu, daar gij dus verstand hebt van muziek, begrijpt u heel goed, dat men niet, zonder de wetten der harmonie te verstoren, een vijfden speler aan een quartet kan toevoegen; anders zou het geen quartet meer zijn." "Dat is zoo, dan wordt het een quintet," antwoordde Carolus. "U zegt?" vroeg Colline. "Een quintet."
Val mij niet in de rede," zeide Marcel, die den wijsgeer zag opstaan, om te protesteeren; "je kunt straks antwoorden. Colline, die veile ziel, heeft u den vreemdeling onder een veel te gunstig aspect laten zien, dan dat het het beeld der waarheid kan zijn. Ik heb reeds gezegd, dat ik de bedoelingen van dezen vreemdeling doorzie. Hij wil op ons speculeeren.
Intusschen was Colline, toen hij vlak bij Rodolphe stil bleef staan, wel genoodzaakt zich door de werkelijkheid der feiten te laten overtuigen; het was inderdaad Rodolphe, gefriseerd, met een wandelstok en handschoenen; het was onmogelijk, maar het was waar. "Alle duivels," riep Colline; "ik vergis me niet; jij bent het, het kan niet missen, ik ben er zeker van." "Ik ook," antwoordde Rodolphe.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek