United States or Mongolia ? Vote for the TOP Country of the Week !


De gemoedelijke Nederlander zou aanstonds als hij dat hoort, en maar in staat was om een quartet te blazen, uit gevoelige dankbaarheid het Volkslied van.... enfin van de Badplaats gaan aanheffen, maar dat kan niet en hij bepaalt er zich toe om straks den kapelmeester zijn compliment te maken: 's War schön! Wunderschön! Nu zijn we waar we wezen willen.

Samen een quartet gemaakt, samen een lied aangeheven Nur frisch, nur frisch gesungen! Und alles wird wieder gut." Dat de oude man eene bijzondere reden had voor deze dichterlijk ingekleede vermaning tot broederzin, dit wist ik toen nog niet. In twee jaren zag of hoorde ik van Werner en zijne kleinkinderen niets.

Welnu, daar gij dus verstand hebt van muziek, begrijpt u heel goed, dat men niet, zonder de wetten der harmonie te verstoren, een vijfden speler aan een quartet kan toevoegen; anders zou het geen quartet meer zijn." "Dat is zoo, dan wordt het een quintet," antwoordde Carolus. "U zegt?" vroeg Colline. "Een quintet."

De toevallige bezoeker, die zich in dat hol waagde, werd onmiddellijk bij zijn binnentreden het slachtoffer van het ruwe quartet en maakte zich meestal uit de voeten zonder zijn courant gelezen of zijn kleintje koffie gedronken te hebben, waarvan de room door de ongehoorde aphorismen over kunst, liefde en staathuishoudkunde zuur werd.

Geen quartet meer, geen orkest meer, geen gezin meer, geene eendracht meer onder mijne kinderen!... Ik heb mijn laatste liedje vergeefs gezongen, amice! ik heb mijn laatste liedje vergeefs gezongen!" Zóó klaagde hij. Het ging mij aan het hart, méér dan ik zeggen kon, hem zoo eenzaam en treurig terug te vinden. Verder werd er over dit pijnlijke onderwerp niet meer gesproken.

Maar Lind is nu verloofd, wat een tante aanleiding geeft, om te zeggen: "zoodat jullie begrijpen kunt, dat hij in het groen niets te zoeken heeft." In plaats van Lind gaat Falk mee. Als de studenten klagen, dat zij nu hun tenor missen, verschijnt Falk en zegt: "dien zing ik in het koor van Noorwegens jeugd." De tenor uit het quartet is de dichter, naar wien het jonge Noorwegen reeds luistert.

Maar onder die schijnbaar koele en onbewogene oppervlakte smeulde eene hartstochtelijkheid, wier plotseling opvlammen mij soms angstig maakte voor hen. Met beiden ging ik om, als quartet- en als academie-makker. Ik wist hoe zij elkander liefhadden, al zag ik hen nooit daarvan eene vertooning maken.