Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 7 oktober 2025


"Lieve Jo, 't is wel heel zelfzuchtig, maar ik zou je niet kunnen missen, en ik ben zoo blij, dat jij dezen keer nog niet gaat," fluisterde Betsy, terwijl zij haar, met mandje en al, zoo hartelijk en met zoo'n liefdevol gezichtje omhelsde, dat Jo zich getroost voelde, niettegenstaande het knagend berouw, dat haar den lust gaf om zich zelve een stevige oorvijg te geven, en Tante Carrol nederig te smeeken haar met dit gunstbewijs te willen bezwaren, om te zien, hoe dankbaar zij het zou dragen.

»Mijn arme Gilbert!" riep mevrouw Burbank uit. »Te weten, dat hij zich zoozeer in de nabijheid van dien Texar bevindt, die tot alles in staat is om zijn doel te bereiken!" »Ja, dat is die ellendeling!" beaamde James Burbank. »Maar, zou men Gilbert niet op de hoogte kunnen stellen van hetgeen te Jacksonville voorgevallen is?" vroeg miss Alice. »Mij dunkt van ja," zei Edward Carrol.

Men marcheerde met vluggen pas voorwaarts, Gilbert Burbank en Mars voorop, daarna master Perry te midden zijner negers, die elkander bij het dragen der levensmiddelen en kampementsbenoodigdheden om het uur aflosten, en daarachter master James Burbank en Edward Carrol. Men had, alvorens te vertrekken, een flink ontbijt genoten.

De jonge man omhelsde zijn vader, wisselde een handdruk met zijn oom Edward Carrol, en met Walter Stannard, den vader van miss Alice. Daarop zei hij met vastberaden stem: »Kom Mars!" En beiden traden naar buiten en stapten langs den rechteroever der Sint John, die daar de plantage begrensde, voort en volgden haar gedurende een half uur. Zij ontmoetten gelukkig niemand op hun weg.

»Vrienden," sprak James Burbank, »het is, alles wel beschouwd, zeer goed mogelijk, dat wij de gevolgen van dat willekeurig bevel zeer ver overdrijven." »Ja, die mogelijkheid bestaat," zei Edward Carrol. »Waarvan kan men mij beschuldigen?" ging master Burbank voort. »Feitelijk van niets. Dat weet men zeer goed. Men kan mij mijne meeningen ten laste leggen, dat is zoo!

Intusschen waren Gilbert Burbank en Mars niet voornemens dien dag en den daaropvolgenden te laten eindigen, zonder hunne nasporingen te beginnen. Zij wilden, in de hoop van wellicht de een of andere aanwijzing machtig te worden, de rivieren opstevenen, terwijl master James Burbank, master Walter Stannard en Edward Carrol hunne pogingen elders zouden aanwenden.

Hij hoorde evenwel aandachtig toe. »Hebben zij hun plan om Florida te bezetten laten varen?" vervolgde James Burbank. »Neen, vader." »Waar bevinden zij zich thans?" »Een gedeelte van het eskader is thans onder stoom en zet koers naar Sint Augustijn, om de blokkade tot naar dien kant uit te strekken." »Maar denkt de Commodore Dupont er niet aan?..." vroeg Edward Carrol aarzelend. »Waaraan?"

Men weet, hoe de plantage was vooruitgegaan, dank zij zijner oordeelkundige bedrijvigheid, alsook dank zij den krachtigen bijstand, dien Edward Carrol, zijn zwager, hem geboden had. Hij gevoelde dan ook eene onwrikbare aanhankelijkheid voor dat grondbezit, hetwelk hij van zijne voorouders geërfd had.

Intusschen scheen Mars te begrijpen, dat noch Gilbert noch hij, de ramp, die hem en het gansche gezin getroffen had, in haren geheelen omvang kende. James Burbank en naast hem de heeren Edward Carrol en Walter Stannard stonden daar stilzwijgend en met gebukt hoofd. Miss Alice trachtte hare tranen te drogen en kon hare snikken niet bedwingen. Wat was er dan toch nog gebeurd?

Aan het uiteinde van de pier stonden twee zwarten te wachten. Zij waren van brandende lantaarns voorzien, want de nacht was zeer donker. James Burbank nam afscheid van master Walter Stannard, en besteeg, gevolgd door Edward Carrol, de pier. Achter hem kwam de mestische vrouw Zermah, die reeds van uit de verte eene fijne kinderstem beantwoordde: »Daar ben ik, Dy!... Daar ben ik!"

Woord Van De Dag

veerenbed

Anderen Op Zoek