Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 1 juni 2025
Flauwtjes-vragend, had-ie van Juda nou de lucht opklaarde, nou 't geen halve week meer kon duren 'n gulden uit Rozetje's geldkopje geleend. De zon in de straten, de zon op de ijsgrachten, de zon in den glanzende hemel, had 'm wakker gefleurd. Voorzichtig-berekenend had-ie 'n pond zout, 'n half ons gemalen koffie, 'n brood en 'n kan petrolie in 'n ouwe azijnflesch gekocht.
Weet gij dan niet, dat wij sedert twee dagen van droog brood en klein bier leven? Dat is praat van een gulzigaard, antwoordde Uilenspiegel. Gij schreeuwt van honger; kom eten en drinken. Ik heb een halven gulden en zal de kosten van 't gelag betalen. Lamme lachte. Zij gingen hunne kar halen en, aldus door de stad rijdend, zochten zij naar de beste afspanning.
Want het haken van het volk naar kunst onder allerlei vormen, zelfs dan, wanneer overbeschaving in die vormen het snelstwerkend venijn verborgen heeft, kan mede gelden als bewijs voor de eeuwige waarheid: dat de mensch van brood alleen niet leven kan.
De jonge man hoopte dat zij een betrekking voor hem had en antwoordde dat hij gaarne alles zou aannemen. Zij echter, nu het ijs eenmaal gebroken was, vroeg hem plotseling: "Zoudt gij er op tegen hebben te trouwen?" "Ik trouwen?" riep Nantas uit, "groote hemel, wat verlangt gij van mij, mevrouw? .... Een arm meisje zeker, dat ik zelfs geen stuk brood kan verschaffen."
Bij oogenblikken worden de oogen der moeder vochtig, vallen er groote tranen op haar brood. Wat zou Charlot het nu warm hebben gehad! Wat zou hij graag wat worst hebben gegeten! Juffrouw Bonnet wil met alle geweld waken. Tegen één uur, nadat Morisseau ten slotte, met het hoofd op het voeteneind van het bed, in slaap is gevallen, zetten de beide vrouwen koffie.
De gevangene had aan de voeten een paar ketens van vijftig pond. Dagelijks, te vier uren 's namiddags, trad een oppasser, vergezeld van twee doggen zooals destijds nog geschiedde zijn hok binnen, legde bij zijn bed een zwart brood van twee pond, een kruik water en een bak met een tamelijk magere soep, waarin eenige boonen dreven, onderzocht zijn ketens en klopte tegen de ijzeren tralies.
En ook wilde hij niet genoodzaakt zijn, te schrijven voor brood; hij kòn het niet, hij kòn enkel produceeren wanneer "liefde tot het groote goede en schoone" gelijk hij zich uitdrukte, dat is enthousiasme voor sociale idealen, de heerlijke, uitstralende warmte der inspiratie wekte in zijn gemoed.
"Ik begrijp U niet," zei Nellie's moeder, "een groot present in geld en dat zou ik gegeven hebben? Maar ik heb niemand geld gegeven!" "Ja," zei de man, "gisteren, toen Jacob het brood kreeg, heeft eene van de jongejuffrouwen hem toch een' gulden gegeven." "Dat kan niet waar wezen," zei Nellie's moeder, "zooveel geld zou ik niet kunnen geven en mijne kinderen nog veel minder.
"Ik weet van hem niets, behalve dat hij een bederver van de taal is, dat hij voor brood "du pain", en voor wijn "du vin", zegt; en dat is alles." Hoe hij in de Fransche uniform was gekomen? "'k Weet niet, hoe hij daarin komt, en 'k weet ook niet, hoe hij daaruit komt: dat zal hij wel zoo doen, als alle andere manspersonen." Waarom hij dien avond op het slot was geweest?
Lust en smart in uwe banden Werd hetzelfde hemelsch brood: Eindloos zoet uit uwe handen Laav' de laatste teug, de dood. Wat is u of mij een naam, Werelds prijs of werelds blaam, Als de ziel de dingen weet en mint Dieper dan hun naam, mijn kind? Elk ding krijgt zijn gouden naam Eens in schoonheids vol verzaam Als al schoone dingen zijn Zonneklaar en zonder schijn.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek