Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 17 juni 2025


Morisseau bikt nog altijd de sneeuw; maar zijn gulden is niet toereikend meer. Aangezien de felle koude Charlot kan dooden, verlangt hij naar dooi, hoe bang hij er anders ook voor is.

Mijnheer Rousseau gevoelt nog altijd, bij oogenblikken, eene groote droefheid die hem verstikt; maar wat hem bovenal versuft, zijn hoofd op hol brengt en zijne ledematen doet beven, het is de gedachte dat de winkel, op een werkdag, gesloten blijft. Januari is een harde maand geweest. Geen werk, geen brood en geen brandstof in huis. Het gezin Morisseau heeft aan alles gebrek geleden.

En terwijl de beide vrouwen bezig zijn met Charlot op te knappen, klopt men aan de deur het is de beloofde bijstand, vijf gulden, kaartjes voor brood en vleesch. Morisseau lacht met wezenlooze uitdrukking en zegt dat het Bestuur van Liefdadigheid altijd te laat komt voor den trein. Welk een treurig kinderlijkje, zoo mager en even licht als een veertje!

De moeder is naar het gemeentehuis geweest, maar men heeft haar ten antwoord gegeven dat de aanvragen te talrijk zijn en dat zij moest wachten. Toch heeft zij eenige kaartjes voor brood gekregen en gaf een barmhartige dame haar een rijksdaalder. Daarna is het gebrek weer van voren af aan begonnen. Den vijfden dag, brengt Morisseau zijn laatsten gulden thuis.

Bij oogenblikken worden de oogen der moeder vochtig, vallen er groote tranen op haar brood. Wat zou Charlot het nu warm hebben gehad! Wat zou hij graag wat worst hebben gegeten! Juffrouw Bonnet wil met alle geweld waken. Tegen één uur, nadat Morisseau ten slotte, met het hoofd op het voeteneind van het bed, in slaap is gevallen, zetten de beide vrouwen koffie.

"Het is het vochtig weder, dat hem den genadeslag heeft toegebracht," zegt hij. Morisseau balt de vuisten tegen den hemel. De armen sterven dus van alle weêr! Het vroor en dat deugde niet; nu dooit het en is dat nog erger. Indien de vrouw er in toestemde, zouden zij een pan met doovekoolen aansteken, en met hun drieën sterven. Dan zou alles spoedig voorbij zijn.

Eenmaal buiten gekomen zijnde, en ziende dat het nog altijd regent, noodigt Morisseau die nog een daalder van de vijf gulden van het Bestuur van Liefdadigheid overheeft, zijn kameraden en de buurvrouwen uit iets te gaan gebruiken in een herberg. Men neemt plaats aan tafel, men drinkt twee liters wijn en eet wat brood met een stuk Breikaas.

"O! mijn God! hij is dood!.... Morisseau, luister dan toch, hij is dood!" Verblind door de duisternis, heft de vader het hoofd op. "Welnu, hoe zou het ook anders kunnen? Hij is dood...... Het is beter aldus!" Bij het vernemen van die snikken der moeder, is juffrouw Bonnet er toe overgegaan met hare lamp te verschijnen.

Woord Van De Dag

phylarchos

Anderen Op Zoek