United States or Saudi Arabia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Nantas was de zoon van een metselaar te Marseille, en was aan het gymnasium aldaar zijn studiën begonnen, daartoe gedreven door de trotsche teederheid zijner moeder die een heer van hem wilde maken. Toen zijn moeder gestorven was, had Nantas echter een betrekking moeten aanvaarden, waar hij twaalf jaren lang een leven van wanhopige eentonigheid had geleid.

Zoo zachtjes aan had hij een zekere vereering voor de kracht opgevat, slechts haar in het leven der menschen ziende, overtuigd dat de sterken altijd de overwinnaars zijn. Volgens Nantas was het slechts noodig te willen om te kunnen; de rest was bijzaak.

Nantas viel haar niet in de reden, door nieuwsgierigheid geprikkeld en onderstellende dat zijn concierge haar al die bijzonderheden had medegedeeld. Juffrouw Chuin kon ongestoord doorgaan, en zij vervolgde, pogende al zachter en vleiender haar woorden te kiezen: "Gij zijt iemand met een groote toekomst, mijnheer.

Een maand bij hem gelogeerd zijnde, op het platte land, had zij zich op een avond in de armen van dien man bevonden, zonder eigenlijk zelf goed te weten hoe alles in 't werk was gegaan en tot hoeverre zijzelve hieraan schuld had; juffrouw Chuin sprak bijna van een gewelddadige aanranding. Plotseling voelde Nantas een bijna vriendschappelijke opwelling.

Nantas bewoonde, sinds zijn aankomst te Parijs, een kamer op de derde verdieping van een huis in de rue de Lille, grenzende aan het prachtige gebouw van baron Danvilliers, lid van den Raad van State, die het huis in weelderigen ouden stijl had doen optrekken. Als Nantas zich voorover boog, kon hij een hoekje van den tuin van dit paleis zien.

En juffrouw Chuin deed een heel omstandig verslag. Tot nog toe echter kon zij niet anders dan zeer onbeteekenende feiten mededeelen. Nantas stelde zich gerust, terwijl de oude jongejuffrouw geheimzinnig knipoogde en vertelde dat zij te avond of morgen wel een meer belangrijke ontdekking zou doen. De waarheid was dat juffrouw Chuin over alles eens goed had nagedacht.

Hij wendde zich wrevelig tot den bediende en zei: "Nu laat hem binnen en doe wat ik zeg." Den vorigen dag had Nantas' redevoering op de begrootingsquaestie zoodanigen invloed uitgeoefend, dat de betreffende statuten naar de speciale commissie waren teruggezonden om te worden gewijzigd in den zin als door Nantas was voorgesteld.

Als een koorts van bevredigde ijverzucht naar zijn wangen steeg, voelde hij zich plotseling verbleeken, alsof van achteren hem eensklaps een koude hand in den nek werd gelegd. Twee uren waren verloopen en Flavie was nog niet teruggekeerd. Nantas schelde opnieuw Germain om hem op te dragen baron Danvilliers op te zoeken, als hij tenminste thuis was.

Toen hij den naam van zijn dochter hoorde sprong de baron overeind en riep met donderende stem: "Zwijg dan toch! Ik heb u gezegd, dat ik niets wensch te weten. Behoud uw getuigenissen gerust voor u zelf, ik wensch de détails van al die ongerechtigheden niet te hooren." Toen ging hij weer zitten, bevend en uitgeput. Nantas boog zich, innerlijk bewogen, ondanks zijn groote mate van zelfbeheersching.

Toen de deur gesloten was stonden beiden sprakeloos tegenover elkander. Nantas en Flavie zagen elkander eens aan. Zij hadden nog nimmer elkander gezien. Zij scheen hem buitengewoon schoon toe met haar bleek en trotsch gelaat, welks groote grijze oogen hem doordringend aanzagen.