Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 16 oktober 2025
Vanaf heden zijn wij twee compagnons, wier inbrengst in de firma zoowat van gelijke waarde is en hebben wij elkander wederkeerig te bedanken voor de diensten, die wij de een den ander bewijzen." Zij lachte niet meer. Een trek van toornigen trots verscheen op haar voorhoofd. Na eenige oogenblikken zeide zij: "Gij kent mijne voorwaarden?" "Neen, juffrouw," zeide Nantas, die volkomen kalm bleef.
Tot op de huid nat was Nantas naar Bercy gegaan en later naar Montmartre, waar men hem gezegd had, dat betrekkingen open waren en waarop zijn laatste hoop gevestigd was; te Bercy was de plaats echter reeds vergeven en te Montmartre had men gevonden dat hij niet netjes genoeg schreef.
Zijn dwaze liefde voor Flavie deed het gebouw dat hij had opgetrokken, op zijn grondvesten schudden. 't Was vreeselijk min en had wel iets van de straf eens schooljongen, die op een tak is geklommen, en met tak en al naar beneden valt. Het leven was een onding, waarin de groote geesten even ellendig ondergingen als gekken en dwazen. Nantas nam de revolver van de tafel en laadde hem langzaam.
Den morgen, waarop hij haar in zijn cabinet ontbood en haar voorstelde hem op de hoogte te houden van al de handelingen zijner vrouw, veinsde zij echter hevige verontwaardiging en vroeg zij hem waarvoor hij haar eigenlijk wel hield. "Komaan, juffrouw", zeide Nantas ongeduldig, "ik heb het erg druk en men wacht mij. Maak het dus kort, verzoek ik u".
Ook geloofde zij dat er wel eens rendez-vous bepaald werden. "Kom ter zake", zeide Nantas, woedend van ongeduld. Eindelijk kwam de naam van den heer des Fondettes over hare lippen. "Vanavond kan u hem vinden in de kamer van mevrouw". "'t Is goed, dank je", stotterde Nantas. Met een beweging van de hand gaf hij haar te kennen dat zij gaan kon.
Toen Nantas Flavie beschuldigde van een minnaar te hebben, deed de grijsaard, die zijn dochter nog met al de gestrengheid van de kinderjaren behandelde, een stap voorwaarts. "Ik zweer u dat zij juist van haar minnaar terugkomt" herhaalde Nantas, "en u ziet het, zij weerstaat mij nog!" Flavie had verontwaardigd het hoofd afgewend.
En toen Nantas zich wilde excuseeren, herhaalde hij opnieuw en met meerder klem: "Een laagheid .... Ik wil niets weten en verzoek u beleefd niet te beproeven mij de zaken uit te leggen. Al had mijn dochter zich om uw hals geworpen, dan zou uw laagheid toch even groot zijn gebleven .... Slechts dieven weten zoo bij families in te dringen." Opnieuw liet Nantas het hoofd op de borst zinken.
"Maar mijnheer," zeide Nantas, "ik vraag uw geld niet, ik vraag alleen uwe dochter ...." De baron viel hem oogenblikkelijk in de rede: "Gij hebt het recht niet te weigeren en mijn dochter zou geen man kunnen trouwen, die niet minstens evenveel als zij .... Ik geef u den bruidschat, welken ik voor haar bestemde, ziedaar alles.
Zij wachtte slechts op een nieuwe gelegenheid, bij zichzelf reeds uitrekenende dat haar nog twintigduizend francs ontbraken om te Roinville, haar geboorteplaats, het huis van den notaris te kunnen koopen, dat altijd de droom van haar jeugd was geweest. Voor haar behoefde Nantas zich niet te geneeren; haar devote manieren bedrogen hem niet.
Van dit oogenblik af waren Nantas' kwellingen minder hevig. Drie maanden gingen voorbij: hij was overstelpt met werkzaamheden, daar de begrooting aan de orde was. In overeenstemming met den Keizer had hij verscheidene veranderingen bij het financiewezen ingevoerd.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek