Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 17 juni 2025
En hij sprak zoo verstandig met haar, dat hij mocht blijven leven. Nu bracht de boer eerst de koeien naar huis. Toen ging hij naar de mijndistricten, en huurde knechts, die verstand van mijnwerk hadden. Die hielpen hem een mijn aan te leggen, daar, waar de bok gestorven was.
Het was in den vroolijken schooljongenstijd, en wij, baldadige knapen, konden het niet van ons verkrijgen, het op zijn gemak uitgestrekte dier ongestoord te laten. Eén van ons daagde door een stoot met de vlakke hand den Bok tot een tweegevecht uit.
Reeds tegen het einde van de vierde maand komt er een verhevenheid op het voorhoofdsbeen van den jongen bok; in de volgende weken ontstaan er kleine, voortdurend hooger wordende knobbels, en in de wintermaanden komen de eerste, 8
"Neen, dat was maar gekheid," zei Dik, terwijl hij Jantje bij de hand pakte en hem meenam naar den stal. Hij opende de deur, en stapte met zijn zoontje binnen. En wat zag Jan daar? Hij kon zijne oogen niet gelooven, want daar, vlak naast den hit, stond een prachtige, bonte bok, met twee groote horens op zijn kop en een lange sik aan zijn kin. "Die bok!" riep Jantje verrukt uit.
Jan werd wit van kwaadheid, en Karel van Dril zei: "Wil jij met dien stok wel eens van hem afblijven, of ik zal je met datzelfde houtje je portie geven." Die bedreiging hielp voor een poosje. Maar nu gingen Frans en Klaas van achteren tegen het karretje duwen, zoodat de bok gedwongen werd op een draf te loopen.
Pas op je tellen, mannetje, of je loopt er nog eens geducht tegen." Zijn vader lachte er om, toen Jan het hem vertelde. "Gekheid, jongen, maak je maar niet ongerust. Als je geen grooter kwaad doet, is het nog al zoo erg niet, en zal Flipsen je wel met rust laten. 't Is een nijdige kerel, die het allen menschen lastig maakt. 't Is ook al erg, dat die bok daar een mondje gras of klaver eet.
"Best generaal;" zegt Willem, en slaat even aan, alvorens hij zich naast den huurkoetsier op den bok zet. "Niet zoo hard rijden;" zegt Willem tot den voerman: "De generaal is niet al te wel, en hard rijden op de steenen zou hem kwaad kunnen doen." "Zoo, is dat een generaal?" zegt de aangesprokene: "Ik dacht wel dat het een hooge van 't volk was. Nou hier in Amsterdam malen we daar weinig om."
"Ja, in 't warme zand," zeide Joan, hem in de rede vallende: "dat zal u weinig letsel gedaan hebben. Het verwondert mij, dat gij nog zoo onbeschaamd zijt, u hier te vertoonen. Als mijn vader u zag, zoudt gij de knuppelslagen niet ontgaan, gij strooper!" "Ik heb Mevrouw toch wel bediend," zeide Teun Wezer, het hoofd op den schouder leggende als een bok die stooten wil.
Laurie was op den bok gaan zitten, zoodat Meta haar voet op de bank kon leggen, en de meisjes vrij over de partij konden spreken. "Ik heb een heerlijken avond gehad en jij?" vroeg Jo, haar haar wat losmakend en zich gemakkelijk achterover vleiend. "Ja, totdat ik mijn voet bezeerde.
"Waar is mijn zweep?" vroeg hij. "Hier," zei Dik. "Maar één ding mag je nooit vergeten: sla den bok niet, als het niet noodig is." "Slaan, Vader?" vroeg Jantje. "O neen, mijn bok sla ik niet. De zweep is alleen maar voor 't mooi. Huup bok! Allo!" Daar ging de bok, tot groote vreugde van Jantje, die in het wagentje zat als een kleine prins.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek