Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 22 juli 2025


Hij vond het goed, maar wilde niet, dat zij naar een andere kerk ging dan naar hun kapel en dat zij er bij tijds naar toe zou gaan en er biechten bij hun kapelaan of den priester, dien de kapelaan haar zou aanwijzen en dan dadelijk naar huis zou gaan. De donna begreep het maar half, maar zonder een woord meer antwoordde zij, dat zij het zou doen.

"Dus, Don Santiago, zegt u maar aan uw nicht dat ze de zieke moet voorbereiden op de communie van morgen. Ik kom vanavond om haar absolutie te geven voor haar zondetjes..." En ziende dat tante Isabel uitging, zeide hij haar in 't Tagaalsch: "Bereidt u uw nichtje voor, dat ze vanavond moet biechten. Ik zal haar morgen het viaticum brengen, daar zal ze spoediger door herstellen."

Hij luisterde heel aandachtig toe en vroeg mij vervolgens, hoe lang ik ter zee gevaren had, of ik vrouw en kinderen te huis had en zoo al meer. Toen draaide hij zich naar Sandertje, die ook zijn naam en zijn jaren op moest biechten. "Sander Gerritz!" zei hij toen, "gij zult vooreerst in mijn dienst blijven, tot zoolang ik een andere bestemming voor u vinde.

Hoe zou zij zoo'n lichtzinnig wezen durven achterlaten, dat zich, toen hij negentien jaar oud was al had afgegeven met.... BERNICK. En...? JOHAN. Ja, Karsten, nu moet ik je iets biechten, waarover ik me schaam. BERNICK. Je hebt haar toch niet verteld hoe de zaak in elkaar zit? JOHAN. Ja, dat heb ik wel. Het was verkeerd van mij maar ik kon niet anders.

Ik weet niet of die donkere gevangenis eenigen invloed op mij uitoefende, of dat het de vrees voor den dood was, of wel dat wij door den honger verzwakt waren en het geheimzinnige schijnsel van de lamp, die nauwlijks eenig licht over ons wierp; maar ook ik gevoelde mij diep ontroerd, terwijl ik naar de belijdenis der zonden van de anderen luisterde en ook ik stond op het punt om, evenals Pagès en Bergounhoux, mij op de knieën te werpen en mijne feilen te biechten.

Laat den Tempelier hier komen; hij is een priester, en kan mij misschien helpen. Maar neen! even goed kan ik bij den duivel biechten, als bij Brian de Bois-Guilbert, die aan hemel noch hel gelooft. Ik heb oude lieden van bidden met eigen mond hooren spreken, die behoeven den valschen priester niet te vleien en om te koopen. Maar ik, ik durf niet!"

Aan den anderen kant is het zoo'n gemeene kerel geweest, dat hij niet zal willen biechten, noch eenig sacrament van de Kerk zal willen aannemen, en als hij zonder biecht sterft, zal geen enkele kerk zijn lichaam willen opnemen en hij daarna als een hond in kuilen worden gegooid.

Gij zijt Didoneels ziele zoo fel, maar waart gij tot mij gekomen en niet tot hém, dien ik doodde, vóor hij biechten konde en Onzer Lieve Vrouwe om genade bidden, ik zoude, ging het mij te schade of te vrome, u doen weten wat mijn zwaard vermag! En zoo zal ik, in trouwe, ook heden doen!

Ik dank je, sprak ze, dat je me dit geleerd hebt en me geleerd hebt zóo gelukkig te zijn als we zijn en niet anders. Zie je, toen ik nog leefde, toen ik een mensch was, een vrouw, meende ik al geleefd te hebben, vóór ik je ontmoette, want ik had een man gehad en ik had kinderen van wie ik heel veel hield. Maar ik leerde pas het leven van jou, het leven zonder egoïsme en zonder verlangen; ik leerde dat van je dezen avond, of ... dezen dag, wat is het? O, je hebt me het leven gegeven en het geluk, en alles! En ik dank je, ik dank je! Zie je, je bent zoo groot en zoo sterk en zoo klaar en je hebt me gedragen naar je eigen Geluk, dat ook het mijne moest zijn, maar dat zoo hoog boven me was, dat ik het zonder je nooit bereikt zoû hebben! Want er was een grens voor me, die er niet voor jou was. Zie je, toen ik nog mensch was en zij lachte, terwijl zij hem vaster nam had ik een zuster en die voelde òok, dat ze een grens had tusschen haar en haar geluk, en ze voelde, dat ze dien grens niet kon overschrijden en was daar zoo ongelukkig om, dat ze vreesde gek te zullen worden. Maar ik, ik weet het niet: ik droomde, ik dacht, ik hoopte, ik wachtte, o ik wachtte en toen ben je gekomen, en je hebt me dadelijk doen verstaan, dat je geen mensch, geen man voor me mocht zijn, maar dat je méer voor me kon zijn: mijn engel, o mijn heiland, die me in zijn arm nam en me over den grens opdroeg naar zijn eigen hemel, waar hijzelve god was en mij madonna maakte. O, ik dank je, ik dank je! Ik weet niet hoe ik je danken kan, maar ik kan je alleen zeggen, dat ik van je hoû, dat ik je aanbid, dat ik mijn ziel neêrleg aan je voeten. Blijf zoo en laat me je aanbidden, terwijl je zoo knielt. Zoo mag ik je wel aanbidden, niet waar, terwijl jezelve knielt? Zie je, ik moet je ook biechten, zooals je mij wel eens deed, ging zij voort, en zij kón nu niet anders dan biechten, ik ben niet altijd eerlijk tegenover je geweest, ik heb me wel eens moeten voordoen

Doch Alva antwoordt ijskoud: "Om hem te laten biechten, als hij geen ketter was!" Daarop vervolgt hij op strengen toon: "Gomez, waarop wacht gij nog? Gij hebt mijn bevelen De beul!" En voor het eerst van haar leven gedraagt zij zich oneerbiedig tegen haar vader en lacht zij spottend, maar tegelijk smartelijk: "Mijn vader biedt mij sieraden aan voor het leven van mijn beminde!

Woord Van De Dag

soepe

Anderen Op Zoek