Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 22 juli 2025
Om zich te bevrijden drukt deze hem den duim in de oogkassen, en ondanks zijn geroep om genade draait hij hem de armen naar achteren en springt op den rug, om hem te breken. Stervende schreeuwt Mahuot vergeefs om te mogen biechten; dan roept hij: "O monseigneur de Bourgongne, je vous ay si bien servi en vostre guerre de Gand!
Hoe! spelen met heilige dingen, liegen, nu zijn hart zich had geopend, nu hij zich te midden van zijn volle glorie gevoelde! was dit mogelijk? Maar wat hij deed om Stipan te dringen een middel te zoeken om een attest te bekomen zonder gedwongen biechten deze bleef onverbiddelijk. "Wat doet 't er toe?
En daarop in den natuurlijken toon vallende, ging hij voort: "Ik zou niet graag willen biechten, vriend! hoe menigmaal ik, in den tijd dat wij hier te Oosterhout lagen, haar om een zoen geplaagd, gesmeekt heb. Zoo het mij driemaal gelukt is er een te krijgen, is het veel; en dan is er één bij van toen we wegtrokken. De geheele compagnie was op haar verliefd.
Toch vond hij dat hij nog niet genoeg gezegd had; hij wilde nu als het ware biechten om met zijnen aflaatbrief heen te gaan en het verledene voor altijd te vergeten. Dat verleden was harer niet waardig, maar zijne toekomst zou dit zijn. Hij zou en hij wilde! Nu kon hij begrijpen dat men behoefte kon gevoelen aan een dagboek.
Michielken, ontferm u mijner, schenk mij vergiffenis; die Pieter de Roose heeft mij in bekoring gebracht; hij bood mij vijftig gulden, en ik heb ze aanveerd, om uwen naam in het doodenboek te schrijven. Wilt gij biechten? vroeg het spook. Ja, messire, zeker wil ik biechten, alles bekennen en penitentie doen.
Jeanne: »Juist, en dat is voor mij een groote schat.« Delafontaine: »Gevoelt gij behoefte te biechten, nu gij gelooft aan de openbaring van Uwe stemmen, dat gij gered zult zijn?« Jeanne: »Ik denk, dat wanneer ik schuldig was aan doodzonde, de Heilige Cathérine en de Heilige Marguerite mij wel oogenblikkelijk aan mijn lot zouden overlaten.
Zij dient nergens toe, dan om magere menschen te maken, die onrustig droomen. Weg met dat groote Al,'t welk mij plaagt! Leve het Niet, dat mij in rust laat! Onder ons gezegd, en om mijn zak geheel te ledigen en aan mijn herder te biechten, zooals 't behoort, beken ik u, dat ik gezond verstand bezit. Ik ben niet verzot op uw Jezus, die immer en altijd ontbering en zelfopoffering predikt.
"Ik weet het wel, man." "Hebt gij niets op uwe conscientie?" "Och neen, ik ga alle maanden te biechten." "Hebt gij u zelve nooit verwenscht of vermaledijd?" "Nog veel minder." "Weet gij niet, of uw vader of uwe moeder u ooit verwenscht of vermaledijd hebben?" "Ik weet het niet; zij beminden mij zeer en zijn heel vroeg gestorven." "Hebt gij nooit eene zwarte kat gestreeld?" "Neen."
Zeer sterk komt dit bijv. uit in zijn, in 1524 geschreven boekje over "de wijze van biechten". Hierin somt hij eerst negen voordeelen op der biecht, wijdt dan lang uit over de nadeelen en gevaren, die eraan verbonden kunnen zijn, waarvan hij er eveneens negen opnoemt, om ten slotte te spreken over de rechte wijze van biechten, en te besluiten met de woorden: "deze opsomming van de nadeelen strekt niet om van de biecht af te schrikken, maar opdat wij meer tot ons nut zouden biechten". Doch de uitwerking van een dergelijke wijze van schrijven moest wel zijn, dat hij metterdaad van het biechten afschrikte.
Toch wilde zij, en zij bedacht een inleiding, een voorwendsel om tot haar doel te geraken, maar haar natuurlijke oprechtheid deed haar niets vinden, en zij begon met eenvoudig te zeggen: Otto, ik.... ik heb je iets te vertellen, ik heb iets bij je te biechten. Een zonde....?
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek