Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 28 juni 2025
Gedane zaken nemen geen keer." "Nee maar die Biermans, die te hard en te schriel was om mij, toen vader al begon te sukkelen, een beetje met m'n Latijn en scheikunde voort te helpen, zoo'n kerel moet ú niet benadeelen door z'n leelijk gezicht tot een beschuldigend vraagteeken te verwerken." "Bedaar Thomas. Biermans is altijd heel wel met me geweest."
"Voort, Zwart, nog eventjes, jongen! Kijk, dokter, we hebben hem al ingehaald. Toe Zwart; laat zien, wat je kunt. Hoera, we zijn voor!" Dik keek triomfantelijk om en klapte met zijne zweep. Toen hield hij de teugels in. "Bedaar maar weer, Zwartje. Je hebt je goed gehouden. Ho maar, m'n jongen, hij weet al, dat je hem de baas bent. Laat hem nu maar gaan."
»Hij slaapt altijd zoo lang, als hij 's avonds gewerkt heeft,« valt Ida in. »Dat doet hij bij Grootmama toch niet, zou ik meenen;« vult Lize aan. »Kind'ren wat zijt ge allen opgewonden, bedaar een beetje.
Vervloekt zij de dag, toen mijn landsluiden hunne keus op mij lieten vallen! vervloekt het uur, dat ik mij die liet welgevallen! vervloekt de heele zending, waarvan ik mij nooit iets dan rouw voorspeld heb." "Bedaar Adeelen!" zeide de Olderman, "en bedenk u tweemalen, eer gij om een bijzondere zaak die van Friesland in de weegschaal stelt.
Ik zal « »Genoeg! hij is tot de hoogste straf veroordeeld,« viel de griffier in. »Breng hem weg!« »Kom,« zei de cipier. »Bedaar! Ik kom wel,« antwoordde de Vos, terwijl hij zijn hoed met den palm van zijn hand afveegde. »O,« tot de rechters, »'t helpt niet of u angstige oogen opzet; ik zal u geen genade bewijzen, voor geen halve cent. Jullie zult er voor boeten, mooie kereltjes.
Mijn vader dood, mijn bruidegom dood, wat geldt mij nog het leven!..." Door de zenuwontsteltenis uitgeput, liet zij zich nevens Witta op den zetel zakken en bleef hijgend allerlei onduidelijke bedreigingen tegen Disdir Vos mompelen. Witta greep haar de hand en zeide bevende: "O, Dakerlia, ik smeek u, bedaar. Gij doet mij bezwijken van schrik. Mher Vos gaat komen waarschijnlijk.
En naar zijn revolver en zijn sabel die aan de wand hingen, toeloopend, riep hij: "Wie zal ik gevangennemen? Wie zal ik gevangennemen?" "Bedaar, er is nog tijd, dank zij de haast die ik gemaakt heb. Tot acht uur!" "Ik fusilleer ze allemaal!" "Luistert u toch!
"Beste Stuart," zeide Fallentin, "bedaar toch. Het is geen ernst." "Als ik zeg: ik wed," zeide Andrew Stuart, "dan meen ik het ook." "Goed," zeide Fogg. Toen, zich tot zijn collega's wendende, ging hij voort: "Ik heb twintig duizend pond bij de gebroeders Baring staan. Ik heb ze er gaarne voor over...." "Twintig duizend pond!" riep John Sullivan.
Zie, De St.-Pol, ik zweer u, dat gij mij deze spotternij op staande voet betalen zoudt, indien ik mij op u wreken mocht." "Bedaar toch, ik bid u," hernam De St.-Pol, "Ho! Gij zijt gewond, mijn broeder, er komt bloed uit uw maliehemd." De Chatillon trok de mouw van zijn rechterarm wat omhoog, en bemerkte dat een tak hem de huid opengekrabd had. "Daar, zie!" sprak hij half getroost.
De ridder stond als verstomd over die plotselinge verschijning en had de bedreigingen van de Deken met verbaasdheid aanhoord, doch na hij zijn ogen van de beenhouwer op het venster had gestuurd, herstelde hij zich enigszins en antwoordde: "Gij bedriegt u, Meester Breydel, ik ben een zoon van Vlaanderen. Bedaar, de dochter van de Leeuw is gewroken."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek