Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 28 juni 2025
"Kom, mijn vriend, bedaar toch; gij dwaalt", zeide hij. "Er is geen ander middel meer om Kerlingaland voor eeuwige slavernij te behoeden. Karel van Denemarken is de valschte mensch der wereld, hij verdient honderdmaal den dood. Wees beter beraden; aanvaard de dwingende noodzakelijkheid."
Jacoba zinkt eensklaps voor het ijzeren bed op hare knieën neer; vat de hand van dien grijzen vader, drukt er haar voorhoofd in, en schreit. O God, ze schreit; maar toch, een oogenblik zóó zalig als dit, ze had het nog niet beleefd. "Bedaar, bedaar, klein onverstandig meisje. Kom, ga nu gauw wat rusten.
"Duizend duivels," riep hij, "dat zijn lui aan wie de Caledoniërs nog een lesje in de gastvrijheid zouden kunnen geven! Het ontbreekt er nog maar aan, dat het menscheneters zijn! Het zou mij niet verwonderen, maar ik verklaar, dat ik mij niet zonder tegenstand zal laten opeten." "Bedaar, vriend Ned, bedaar," antwoordde Koenraad kalm.
"Dan zou je een lafaard zijn!" viel Prevost hem driftig, maar steeds met een zeer zachte stem in de rede. "Bedaar, bedaar!" hervatte Duval, die trouwens alle hoop verloor: "maar bedenk toch uw verbintenis: vijftienhonderd francs de drie voorstellingen. U geeft dezen avond alleen de Vetris om het publiek te voldoen, en dan bent u vrij. Ons gezelschap zal dan verder spelen.
Zij scheen hem niet te herkennen.... Neen ... dat oog stond levenloos ... dof.... "Moeder!... Moeder!..." riep hij uit, terwijl de dokter met Luigi en zijne zuster naderden en zich bij hem voegden. "Bedaar, bedaar, Piet," sprak dokter Antekirrt. "In Gods naam bedaar. Uwe hartstochtelijkheid kan alles bederven."
Bedaar, bedaar en blijf gebogen." Mevena ademde snel en diep en hield zich aan haar bankje vast. "Bedaar, bedaar... Van avond leg ik een pij achter het rozenbosch in den tuin, trek dien aan, doe den kap goed neêr en wacht op mij. Ik zal u naar hem toebrengen." Hij sloeg een kruis, stond op en trad zijn snoer biddend langzaam door de zonnige portiek naar buiten.
"Bedaar, heer ridder!" zei Waldemar, "en gij, mijn Vorst, vergeef de schroomvalligheid van den dapperen De Bracy; ik ben zeker, dat ik die weldra uit den weg zal ruimen." "Dat gaat uwe welsprekendheid te boven, Fitzurse," hernam de ridder.
»Bedaar, mijn vriend!" antwoordde de hoofdman. »Gij ziet wel, dat het vandaag gemakkelijker gaat, de stad uit, dan er in te komen. Wie is die voorname heer?" »Iemand, die een vrijpas van den koning bezit. Kom, maak ons nu spoedig plaats!" »Hm! Het gevolg ziet er niet bijzonder koninklijk uit!" »Dat gaat u niet aan! De vrijpas...." »Dien moet ik zien, alvorens ik u in de stad kan laten."
»Ach Gott! es isch aber gar zu schauderhaft! Hij had je aan stukken kunnen scheuren als den zwarten bok!" »Bedaar, zuster, bedaar! Sint Rochus mijn patroon streed met mij. In hoc signo vici!
Je zit daar wèl leuk, hoor." "Vijftig!" riep Dolf, "Ik ga zoeken." Geen antwoord, ieder had zeker een plaatsje gevonden. "Stil toch, Fox en loop niet zoo om mijn beenen, bedaar toch wat." Maar Fox had hierin in het geheel geen lust. Als een dolleman vloog hij den tuin door, toen eenige malen langs het kippenhok, zoodat de arme dieren het bijna bestierven van angst.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek