United States or Guam ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Ja," antwoordde De Bracy; "maar dat was, gelijk gij zeidet, man tegen man, en in den slag. Gij hebt mij nooit hooren zeggen, dat ik hem alleen in een bosch wilde overvallen!" "Gij zijt geen echte ridder, als gij hierin zwarigheid vindt," hervatte Waldemar. "Was het in den slag, dat Lancelot du Lac en de ridder Tristram hun roem verwierven?

"Ik heb mij bezig gehouden met die van Prins Jan, onzen gemeenschappelijken beschermer." "Alsof gij hiertoe eenige andere reden hadt, Waldemar," zei De Bracy, "dan de bevordering uwer eigene individueele belangen! Kom kom, Fitzurse, wij kennen elkander; eerzucht is uw doel, vermaak het mijne, en dit uiteenloopende doel past aan onzen uiteenloopenden ouderdom.

"De Tempelier is gevlucht," antwoordde De Bracy; "Front-de-Boeuf zult gij nimmer wederzien. Hij heeft een bloedig graf gevonden onder de gloeiende puinhoopen van zijn eigen kasteel, en ik ben alleen overgebleven om het u te verhalen!" "Een huiveringwekkend nieuws voor ons," zei Waldemar, "hoewel gij van vuur en brand spreekt."

"Kom, Waldemar," zei Prins Jan, "ik ben een ongelukkig vorst. Mijn vader, Koning Hendrik, had getrouwer dienaars. Hij behoefde slechts te zeggen, dat hij door een oproerigen priester gekweld werd, en het bloed van Thomas-

"En gij waart zijn gevangene?" vroeg Waldemar, "was hij dus aan het hoofd van eene gewapende macht?" "Neen; er waren slechts eenige vogelvrijverklaarde landlieden om hem heen, en aan dezen is hij onbekend. Ik hoorde hem zeggen, dat hij op het punt stond hen te verlaten. Hij had zich slechts met hen vereenigd, om hen in het bestormen van Torquilstone bij te staan."

Er ontstond een gefluister onder het gevolg, zonder dat men ontdekken kon bij wien het begon: "Het kon de Koning, het kon Richard Leeuwenhart zelf zijn!" "God beware!" riep Prins Jan, op hetzelfde oogenblik doodsbleek wordende, en sidderende, alsof hij door den bliksem getroffen werd; "Waldemar! De Bracy! dappere ridders en heeren, herinnert u uwe beloften, en staat mij getrouw bij!"

Ofschoon Prins Jan nog geen koning was, zoo had hij toch van Waldemar Fitzurse al den last van een eersten minister, die zijn vorst altijd op zijne eigene wijze dienen moet.

Ik ben niet gekomen, om over deze ramp bij Uwe Hoogheid te klagen, zonder vooraf mijn best gedaan te hebben, om ze te verhelpen." "Gij zijt altijd mijn goede engel, Waldemar," hernam de Prins; "en als ik zulk een kanselier tot raadgever heb, dan zal de regeering van Koning Jan in onze jaarboeken beroemd worden. Welke bevelen hebt gij gegeven?"

"Neen, neen!" hernam Prins Jan ongeduldig; "ik verzeker u, dat hij mij gehoord heeft; en buitendien heb ik andere bezigheden voor u, Maurice; kom hier, laat mij op uw arm leunen." Ze liepen in deze vertrouwelijke houding de zaal op en neder, en Prins Jan vervolgde op een toon van groote vertrouwelijkheid: "Wat denkt gij van dezen Waldemar Fitzurse, mijn waarde De Bracy?

Indien wij redenen hadden, om deze lichtingen zelfs vóór Richard's terugkomst te vreezen, meent gij, dat er nu eenige twijfel is, welke partij hun aanvoerders kiezen zullen? Geloof mij, Estoteville alleen heeft macht genoeg, om geheel uwe vrijcompagnie in de Humber te jagen!" Waldemar Fitzurse en De Bracy keken elkander verlegen aan.