United States or Slovakia ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Ik ben te oud, Maurice, en ik heb eene dochter," antwoordde Waldemar. "Geef haar aan mij, Fitzurse, en ik zal haar met behulp van lans en paard onderhouden, zooals haar rang betaamt," hervatte De Bracy. "Neen," hernam Fitzurse; "ik zal eene schuilplaats zoeken hier in de St. Pieterskerk; de aartsbisschop is mijn gezworen vriend."

Er was een groot feest in het kasteel van York, waarop Prins Jan die edelen, prelaten en aanvoerders genoodigd had, met wier behulp hij zijn eerzuchtige plannen op den troon van zijn broeder hoopte door te zetten. Waldemar Fitzurse, zijn bekwame en listige raadgever, werkte in het geheim om den moed bij hen aan te wakkeren, om openlijk voor hun voornemen uit te komen.

Bij den duidelijken wenk, welken hij ten opzichte van Waldemar Fitzurse's dochter gaf, had Prins Jan meer dan één beweegreden, hem ingegeven door een gemoed, hetwelk een vreemde vermenging was van zorgeloosheid en verwaandheid, met lage list en loosheid gepaard.

Je zult geen honger of gebrek meer lijden! En den vogel zal je schieten, zooals men zegt; je zult een rijk en gelukkig man worden! Je huis zal zich verheffen als de toren van koning Waldemar en rijk versierd zijn met marmeren beeldzuilen, evenals die uit Prästöe. Je begrijpt mij wel!

"Vrees niet, mijn Vorst," zei Waldemar; "ik zal hun redenen geven, die hen zullen nopen bij onze bijeenkomst te York tegenwoordig te zijn. Heer Prior," zei hij, "ik moet u alléén spreken, voordat gij te paard stijgt." De andere gasten gingen nu spoedig uiteen, behalve zij, die onmiddellijk tot de partij, of tot het gevolg van Prins Jan behoorden.

"Waldemar Fitzurse!" riep hij geheel verwonderd uit, "Wat kon een man van uw rang en van uwe schijnbare waardigheid tot zulk een schandelijke onderneming bewegen?" "Richard," zei de gevangen ridder, naar hem opziende, "gij kent den mensch slecht, als gij niet weet, waartoe eerzucht en wraak elk Adamskind kunnen verleiden!" "Wraak?" antwoordde de Zwarte Ridder; "ik heb u nooit beleedigd.

En nu stond daar een oude boerin; deze kwam uit Soröe, waar het gras op de markt groeit; zij had een grauw linnen schort over haar hoofd en haar rug hangen; dit was druipnat, het moest dus zeker geregend hebben. «Ja, dat heeft hetzeide zij, en nu vertelde zij veel moois uit Holbergs comedies en van Waldemar en Absalom.

Denkt gij, Waldemar, dat de listige aartsbisschop u niet van het altaar zelf zal laten afrukken, zoo hij zich daardoor met Koning Richard kan verzoenen? En vergeet gij, De Bracy, dat Robert Estoteville met zijne geheele macht tusschen u en Hull ligt, en dat de Graaf van Essex zijne mannen vergadert?

"Het zou eene moedwillige beleediging zijn," zeide Waldemar Fitzurse, een der oudsten uit het gevolg van Prins Jan, "en zoo uwe Hoogheid daarbij volhardt, kan het niet anders dan schadelijk voor uwe ontwerpen zijn." "Mijnheer, ik hield u voor mijn volgeling en niet voor mijn raadsman," zei Jan, trotsch zijn paard doende stil staan.

Indien gij, als vreemdeling in ons land, de hulp van het oordeel van anderen verlangt, zoo kan ik u alleen zeggen, dat Alicia, de dochter van onzen dapperen Ridder Waldemar Fitzurse, sedert lang voor de eerste in schoonheid en rang aan het hof gehouden wordt.