Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 6 juni 2025
Bij deze gelegenheid, zooals in zijn geheele leven, had Prins Jan het ongeluk, het karakter niet te begrijpen, van hen wier gunst hij wenschte te winnen. Waldemar Fitzurse was eerder beleedigd dan gevleid, dat de Prins in 't openbaar te kennen gaf, dat zijne dochter niet naar verdienste was behandeld.
"Ja," antwoordde Waldemar Fitzurse, "deze knaap zal waarschijnlijk het kasteel en het leen terug eischen, die Richard hem geschonken heeft, en die uw Hoogheid sedert dien tijd de grootmoedigheid heeft gehad aan Front-de-Boeuf te geven." "Front-de-Boeuf," hernam de Prins, "zou liever drie leengoederen, zooals dat van Ivanhoe, onder zich behouden, dan één er van teruggeven.
"De Bois-Guilbert," antwoordde De Bracy, "is een dapper ridder; maar er zijn anderen in dit strijdperk, Heer Prior, die niet vreezen, de kans tegen hem te wagen." "Stil, Heeren," zeide Waldemar, "en laat den Prins zijne plaats innemen. De ridders en toeschouwers zijn even ongeduldig; het is hoog tijd, dat het spel een aanvang neme."
Hij sloeg zich met de hand op het voorhoofd, en staarde een oogenblik op het gelaat van den vernederden ridder, op wiens trekken hoogmoed en schaamte met elkander in strijd waren. "Vraagt gij niet om uw leven, Waldemar?" vroeg de Koning. "Hij, die in de klauwen van den leeuw is," antwoordde Fitzurse, "weet dat zoo iets overbodig zou zijn."
Waarom hebt gij u niet, evenals ik, onder die laffe bloodaards begeven, welken de bloote naam van Koning Richard evenveel schrik aanjaagt, als men zegt, dat hij de kinderen der Saracenen doet?" "Ik heb voor mijne eigene belangen gezorgd," zei De Bracy koel; "evenals gij voor de uwe, Fitzurse." "Ik voor mijne eigene belangen gezorgd!" herhaalde Waldemar.
"Zeg liever, die onbedachtzame, kinderachtige dwazen!" zei Waldemar, "welke gekheden gaan verrichten, terwijl er zulke gewichtige zaken op handen zijn." "Wat moeten wij nu doen?" vroeg de Prins, vlak voor Waldemar blijvende staan. "Ik weet niet, wat meer gedaan kan worden," antwoordde zijn raadgever, "dan hetgeen door mijne zorgen reeds geschied is.
De Bracy had nauwelijks de kamer verlaten, of Prins Jan riep een bediende, en zei tot hem: "Beveel Hugo Bardon, onzen spion, hier te komen, zoodra hij met Waldemar Fitzurse gesproken heeft." Bardon kwam spoedig, terwijl de Prins met ongelijke en wankelende schreden door het vertrek stapte. "Bardon, wat begeerde Waldemar van u?" vroeg hij.
Een prachtig gekleed ridder met een schitterenden helm en een wuivenden vederbos hield hem voor zich op het paard, en zoo reden zij door het bosch naar de oude stad Wordingborg; dat was een groote, zeer levendige stad; op het kasteel des konings verhieven zich hooge torens, en een lichtglans stroomde er uit alle ramen; daar binnen was zang en dans, en koning Waldemar en jonge, opgepronkte hofdames dansten met elkander.
Waldemar verhaalde dit aan Prins Jan, en voegde er bij, dat hij te meer vreesde, dat het waar moest zijn, daar zij met een klein gevolg op weg gegaan waren, om een aanval te doen op den Sakser Cedric en zijne reisgenooten.
Waldemar Fitzurse, die waarschijnlijk dacht, dat zijn begunstiger niet den besten weg insloeg, om de genegenheid van het volk te winnen, haalde de schouders op, en zweeg. Prins Jan echter reed nu uit het strijdperk, en de menigte ging daarop dadelijk uiteen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek