Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 14 mei 2025
Een lach klonk uit het bootje en daarna een vraag. "Zeg, mijnheer Bingham, kunt ge mij ook zeggen waar ik ben? Ik ben in den mist geheel en al van mijn koers geraakt." Hij was verbaasd. Hoe wist die geheimzinnige jonge dame in een bootje zijn naam? "Ge zijt bij de Roode Rotsen; daar is de bel, dat grijze ding, mejuffrouw mejuffrouw " "Beatrice Granger," viel zij haastig in.
Weder kwam er een schuimende golf opzetten; weder wierp zij zich voorover op de rots, greep het glibberig zeewier en sloeg haar linkerarm om den bewusteloozen Geoffrey. De golf had hen bereikt. O, schrik! Juist toen het ziedende water over hen heen bruiste, voelde Beatrice het zeewier loslaten. Nu werden zij door de golf meegesleept en waren den dood nabij. Maar nog hield zij Geoffrey vast.
Na het theedrinken klommen zij naar den top van den toren, en Effie juichte over het gezicht, dat men van daar had, en dat werkelijk zeer schoon was. Hier had Owen een kort gesprek met Elisabeth. "Uw zuster schijnt over iets uit haar humeur te zijn," zeide hij. "Dat lijkt wel," antwoordde zij onverschillig. "Beatrice heeft zoo haar nukken.
Behalve dat enkele regeltje, tot antwoord op zijn brief, had hij niets van Beatrice vernomen; en eigenlijk verwachtte hij iets van haar te zullen hooren, alvorens verder een stap te doen. Maar gesteld zelfs dat zij in Londen was, waar moest hij haar dan zoeken? Het viel hem in dat er een trein van Euston naar Wales, 's ochtends te vier uur vertrok.
En terwijl zij daar nog stond, kwam de postbeambte fluitend aan, opende de bus onverschillig, en stak den inhoud in zijn linnen zak. Als hij geweten had wat daaronder was, zou hij den geheelen dag niet meer gefloten hebben. Beatrice zette haar reis voort, en tegen drie uur was zij aan het kleine station bij Bryngelly.
Ik heb nooit in mijn leven grooter genoegen gehad." "Dat verheugt mij," antwoordde Beatrice kortaf. "Ik moet u eens iets vragen," hernam hij. "Ge zijt een ware vraagbaak als het op citaten aankomt. In de laatste twaalf uur heeft mij een gedicht door 't hoofd gespeeld, en ik kan mij maar niet herinneren van wien het is."
Als hij twijfelingen heeft, laat hij de oogen dan opslaan tot den sterrenhemel, en dan zullen zij verdwijnen." "Neen," zeide Beatrice, "ik vrees van neen. Kant heeft dat gezegd, maar vroeger heeft Molière dezen bewijsgrond een gek in den mond gelegd. De sterrenhemel bewijst niets meer dan de regendruppels, die langs de vensterruiten druipen. 't Is geen kwestie van grootte en hoeveelheid."
In de derde fase, wanneer door Beatrice's dood het toch altijd min of meer onnatuurlijk geëxalteerde van zijn onzinnelijk verlangen is opgeheven, stijgt Dante's vereering tot een zuiver geestelijke aanbidding, welke hij wel, misleid door het medelijden der "Vrouwe aan het Venster" voorbijgaand zal kunnen verzaken, maar welke hij ten laatste "door het leed gelouterd" toch weer terugvindt in een volkomen, maar woordelooze, innerlijke aanschouwing der "uit zichzelf stralende" zalige Beatrice.
Nu volgde er een poos stilte, waarvan Granger snel en vrij onwaardig gebruik maakte. "Ehem!" zeide hij. "A propos, Beatrice, wat wilde ik ook weer zeggen? O ja, ik weet het heb je die preek voor aanstaanden Zondag geschreven, ik bedoel voor mij afgeschreven? Mijn dochter," legde hij Geoffrey uit, "schrijft mijn preeken voor mij over. Zij schrijft een zeer goede hand "
Neen, Geoffrey, neen, ik ben slecht genoeg geweest dat ik u heb leeren beminnen o, zooals gij nooit bemind zijt! als het slecht is iets te doen, wat men niet helpen kan; maar zóó slecht ben ik niet. Loop sneller, Geoffrey; wij komen laat thuis, en zij zullen iets vermoeden." Arme Beatrice; gewetenswroeging greep haar aan! "Wij zijn in een verschrikkelijken toestand," zeide hij weder.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek