Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 2 juni 2025
Men onthoudt ons het éene dat ons zoû kunnen heelen en ophouden, dat balsem zoû kunnen strijken op het gekneusde hart en vrede schenken aan de ziel in haar leed.... Ik moet mij bekennen dat ik zelf mij te gronde richtte, en dat niemand groot of klein te gronde gericht kan worden dan door zijn eigen hand. Ik ben volkomen bereid het te bekennen.
Het was een ruime stal en breed was mij het versche stroo gespreid. Voor een ezel, die hout had getorst en een molensteen rond gedraaid, was deze stal, na mijn menschemaal van pastei en wijn, vorstelijke weelde. De balsem werkte weldadig op mijn wonden. Ik strekte mij uit als een mensch had gedaan op zijn bed.
Maar Nele antwoordde grammoedig: Waarom vraagt gij naar een meineedige vrouwe? Spreek geen kwaad van haar, antwoordde Lamme. Neem, zeide Nele, hier is balsem, dien ik meebracht voor Uilenspiegel; strijk hem op uwe wond. Toen Lamme zijne wond verbonden had, werd hij blijgeestig, want de balsem stilde de bijtende smert; en zij klommen alle drie op het schip.
De goede Bram was er verlegen mee; hij wist niet wat hij zeggen zou om die bittere droefheid te troosten. »Gelukkig dat het leven kort is!" riep Frits opspringende en de tranen afwisschende, die hij nu toch lucht had gegund; »gelukkig dat we weten waar we heengaan, waar we balsem vinden voor zulke smarten."
Het lichtzinnige meisje stortte onder dit verhaal een vloed van tranen van bitter berouw, die een balsem waren voor hare niets kwaads vermoedende meesteres, wijl deze ze beschouwde als een bewijs van hare oprechte liefde en deelneming.
Waarop Orest treurig antwoordt: "Groote daden! Ja, 'k Weet nog hoe wij haar in de toekomst zagen!" Hier jubelt hij: "De reuk der aarde geurt me als balsem tegen Als noodde zij mij op haar open velden Ter jacht naar levensvreugde en groote daden." Reine menschelijkheid bewerkstelligde hier verzoening van menschelijken euvelmoed.
Och Heer! ik heb zo maar wat zedelyke mouches, Engelsche pleister, goudvlies, balsem van Peru, lippenpommade en soortgelyke prulletjes; doch die zyn van geene kragt altoos tegen de gebreken van een ziekelyk hart. Maar gy, myne Vriendin, hebt wel andre kruiden, wil ik spreken, zegt Broêr Benjamin.
De groote God moge mij helpen, Indien het Hem behaagt Tegen den man, die zoo schuldig jegens mij is, Die mij in pijn en kwelling heeft gebracht, Die mijn basiliek heeft gestolen, Welke vol was van zooveel geur, Zijn balsem streelde mij zoo zeer.
"Dus hebben ze u ook gemolesteerd, vriend?" vroeg de ridder meelijdig. "Bont en blauw geslagen hebben ze me!" antwoordde Sancho Panza op grimmigen toon. "Geen lid aan mijn lijf, dat niet zeer doet!" "Wees maar bedaard, vriend!" troostte Don Quichot; "ik zal u den kostelijken balsem van Fierabras bereiden, die in eene minuut tijds alle pijnen en smarten wegneemt."
Uilenspiegel zette den hond op de tafel. Klaas, Soetkin en hij zagen toen, bij het licht van de lamp, dat het diertje eene wond op de rug had. Soetkin wiesch ze, lei er balsem op en bond er een doek om. Uilenspiegel nam den hond in zijn bed, hoewel Soetkin hem in 't hare wou hebben, bevreesd dat Uilenspiegel, die woelde als een duivel in een wijwatervat, in zijn slaap het diertje zou bezeeren.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek