Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 3 juni 2025
HELENA. Wat dat betreft, is mij uw eer een borg; Het is geen nacht, als ik uw aanschijn zie, En daarom denk ik, 't is ook nu geen nacht; Een wereld menschen is met mij in 't woud, Want gij zijt heel de wereld in mijn oog; Wie kan dan zeggen, dat ik eenzaam ben, Waar heel de wereld is en mij aanschouwt? DEMETRIUS. Ik vlied van u en schuil in 't kreupelbosch, En 't wild gedierte moge u goedig zijn.
LYSANDER. Ons plan zij, Helena, u toevertrouwd, Als morgen nacht zich Phoebe weer beschouwt, Haar zilvren aanschijn spieglend in den vliet, Dauwdruppels spreidend over gras en riet, En duisternis de vlucht verbergen zal, Verlaten wij ter sluik Athene's wal.
Vooraleer de graaf, die van gramschap sidderde, eenige bevelen kon geven, bliksemden de uitgetogen zwaarden door de lucht en een der beide kampers viel met gekloofd hoofd ten gronde. "Men vange den snooden moordenaar!" riep de graaf. "Men brenge hem levend of dood voor mij! Ik wil, tot een voorbeeld, in het aanschijn des volks kort recht doen over zulke verfoeilijke misdaad!"
In de slaapkamer waar alles, zuiverlijk gehouden, wachtte op hem, keek Simon rond, langzaam. De voorwerpen bezagen hem met goedige oogen. Een groot verdriet smeet op binnen zijn hart en, in het aanschijn van die stille en dierbare vriendelijkheid, weende hij stille.
Maar "Vlucht" spreekt Amor, "wilt ge u niet verderven", Als hij mij vindt in uw nabijheid staan. Mijn aanschijn toont in wisselende verven Des harten strijd en zwijmend leune ik aan 't Gemuurde, en 't is of ik de steenen "sterven!" Hoor zuchten in dier wanhoop dronken waan.
De luide bel weerklonk meer in het hart van Johan Doxa, dan in de wijdgalmende vestibule. De pater-poortier die eerst het spioenraampje had opengeschoven, opende nu ook de zware deur. Het Klooster gaapte in het aanschijn van Johan Doxa. "Kan ik," vroeg hij met bleeke stem, "den eerwaarden pater Hilarius spreken? Ik zou gaarne eene retraite doen."
En terwijl ik over haar peinsde overviel mij een zoete sluimer, in welken mij een wonderbaar gezicht verscheen: het leek mij dat ik in mijne kamer eenen vuurkleurigen nevel zag, binnen welken ik de gedaante onderscheidde van eenen man van vreeswekkend aanschijn voor wie hem aanschouwden: maar toch scheen hij, wat hemzelf betrof, zoo vroolijk dat het verwonderlijk was: en sprekende zeide hij vele dingen, waarvan ik slechts weinig verstond, waaronder echter deze woorden: "Ego Dominus tuus" . In zijne armen meende ik eene slapende gestalte te zien, naakt , behalve dat zij mij gehuld leek in een kleed van teeder rood; welke gestalte ik na zeer aandachtige beschouwing herkende als die Vrouwe des Heils , die mij den vorigen dag eenen groet had waardig geacht.
Maar zegt niet Guinizelli van zijne Lucia: Zij gaat getooid van zooveel lieflijkheden, Dat ze ieders hoogmoed breekt door haren groet En elken heiden 't waar geloof zou schenken. Nooit kan een laag man voor haar aanschijn treden. Maar grooter nog is 't wonder dat zij doet: Wie haar aanschouwt kan niets wat slecht is denken.
Daar heft hij plots zijn Aanschijn en met oogen, Vaag en toch klaar, uitkijkend naar den rand, Den versten zoom des horizons, waar vlogen Vogels, als vlekken op den heldren wand Des eindloos-wijden hemels, en zijn hand, Als vogel-zelf, zich zwierend naar den hooge,
Zijt gij het, die zoo dikwijls hebt gesproken Over uw Vrouwe, schoon tot ons alleen? Uw stem gelijkt de zijne, doch in een Gansch ander aanschijn lijkt uw ziel gestoken. Ach, waarom klaagt ge als ware u 't hart gebroken! Met jammer vult een elk uw droef gesteen; Zaagt ge dan h
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek