Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 3 juni 2025
Maar de aard nam middlerwijl een ander aanschijn aan: De velden tooiden zich, dank 's stervlings rustloos wroeten: De dalwind scheen allengs zijn' adem te verzoeten; De zon, met minder gloed te drukken op het hoofd, Terwijl zij eetbaar kruid en volle halmen stooft.
Telkens was Rupert aanwezig, telkens zag hij dat zij nieuwe vondsten deed om, na iedere vergadering, een nieuw uitzicht van hare zinnelijke pracht te doen opstralen in zijn aandachtig aanschijn. Dit duurde een vollen winter te Brussel en een badseizoen te Oostende. Toen ontmoette Sörge den schilder Florjan Pacôme en, kort daarop, Ernest Verlat.
De liefderijke Machteld wierp zich op de schoot haars vaders, en omving zijn hals in beide haar armen; dan bezag zij met bewonderende eerbied degene wiens gelaat voor haar zo heilgevend als het aanschijn der Godheid was, de Man wiens edel bloed ook in haar aderen vloeide en die haar zo teder en zo innig beminde.
Deze betoonde een levendige erkentelijkheid aan den heer Bouré, die zijn bed wat gemakkelijker schikte en hem te drinken gaf. Toen ik en mijne vrouw op onze beurt kwamen, richtte De Coster zich op in zijn bed en herkende mij heel goed. Kloekmoedig in het aanschijn van den dood, had hij nog het gedacht om den heer Bouré en mij aan elkander voor te stellen.
Gewoonlijk worden dezen door de scheppende godheden gescheiden, juist zooals Geb en Nut, en de allegorie is een voorstelling van de scheiding van de aarde en de wateren, welke zich boven haar bevonden en van de schepping der wereld. Volgens een andere mythe gaf Nut dagelijks het aanschijn aan den zonnegod en deze ging over haar lichaam, dat een voorstelling der lucht is.
Vraag u maar eens af, op wat wijs, zeg veilig 1000 van de 1400 millioen menschenkinderen, die op deze aarde leven, hun dag in het zweet van hun aanschijn doorbrengen. Hoe schamel ze leven; aan wat ongemak en gevaar ze zich blootstellen; wat wezenlijke vermoeienis, als de dag weer om is, op hun aangezicht geteekend staat.
Thans hangt hij met bei zijn ellebogen over het koehek, en terwijl het lichtgespeel der voorjaarszon het blauw van zijn kiel tint alsof een stuk van den blauwen lentehemel over zijn schouders ware gevallen, verkeeren zijn gepeinzen daarentegen heel laag op de aarde. Bas-buur rekent rekensommen uit; daaraan blijft u geen twijfel over bij een blik op zijn zeer sluw aanschijn.
Ben ik omringd van onbekenden, God, die mijn roem is, kent mij toch! Mijn Heiland neemt mij in Zijn hoede, 't Is of mijn ziel Zijn aanschijn ziet, En 'k hoor Zijn stem: "Wees wel te moede! "Uw Vader, kind! vergeet u niet!" Als eens mijn uurtjen komen zal, En ik van de aard moet scheiden, Wil Gij dan in het schaduwdal, O Jezus! mij geleiden. 'k Beveel in Uwe hand mijn geest, En volg, o Heer!
Toen wij een glimp van hun aanschijn te zien kregen, kwamen wij overeen, dat de »snit van hunne kluivers" niet erg in onzen smaak viel. Te twaalf uren werd de eerste naam afgeroepen.
DE DUIVEL. Het maagdelijn is een mensch: zij kan tot God gaan en eene plaats voor Zijn aanschijn vinden. Ik, overwonnen, neergebliksemd en tot den afgrond gedoemd, ik alleen blijf eeuwig gebannen. Den verachtelijken lieveling is mijn ontnomen vaderland geschonken. En ik zou hem niet haten, niet vervolgen? O, te lang reeds gesproken! De nijd brandt gloeiend in mijnen boezem. Aan mij deze ziele!
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek