Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 2 juni 2025


"Hij bemint mij tederlijk, dit weet ik wel, Maria. Hij kome terug, degene die de ketenen mijns vaders heeft aangenomen. O God, aanhoor mij! Laat hem spoedig wederkomen, opdat ik zijn edelmoedigheid en trouw met een zoen belone! Maria, indien de Heer mijn gebed aanhoorde? Indien Adolf wederkwam? Maar... Luister!... Hoort gij? O heil, daar is hij! Ik voel het aan de jagingen mijns boezems..."

En daar hij twee derden van zijn leven in dienst had doorgebracht, was hij onuitputtelijk in herinneringen van verschillende feiten, welke ik met even groote gretigheid aanhoorde als waarmede zij verteld werden. Overigens heb ik nog nooit een heer gezien met zulk een goed karakter, altijd het zelfde humeur, nooit koppig of grillig, ik bewonderde zulks in een man van stand.

Toen zij voor het eerst die holle phrases aanhoorde en die koele, gereserveerde blikken ontmoette, die een volmaakt niet-begrijpen uitdrukten, trok zij zich als een slak in haar huisje terug en toen begon zij te begrijpen, dat het verdriet een heiligdom is, waar men niet met anderen binnen treedt.

Zoo wekt de wind, die in de blaadren fluistert, En rimplend 't meer en 't murmlend beekjen kust, Zoo wekt ook 't lied, dat 's dichters oor beluistert, Den God der Liefde uit lange winterrust..." De zanger zweeg, en zij die hem aanhoorde, en zich al digter en digter aan zijne zijde had gevleid, sprak niet, maar zag naar hem op met hare betooverende oogen, stralend ditmaal van een ongewonen gloed.

Maaiken, gij moet rijden! Maakt gij nu uw hemd nat van schrik? Weg met de houten heiligen! Laat heur een bad in de Schelde nemen! Hout drijft toch boven!" Het volk aanhoorde hen zonder iets te zeggen. Doch Uilenspiegel klom op den predikstoel, stampte met geweld den spreker van de trappen en zei tot het volk: Dwazen, onnoozele dwazen, ziet gij dan niet verder dan uw neus lang is?

Het is niet te verwonderen dat wij er de sporen van dragen, ik zou mij eer schamen moest het anders wezen." Mijn vriend aanhoorde geduldig mijn ietwat zenuwachtige uitval, die zijn kijk op mijn innerlijk gemoed bij mij had uitgelokt. Wij gingen kalmtjes voort met praten over de mogelijkheden die nog in de lucht hingen.

Ik maakte de verschillende zijden van dit karakter op uit de wijze waarop de IJslander den stortvloed van woorden van mijn oom aanhoorde.

Zou het inderdaad slechts een schoone droom zijn geweest, dacht Alonzo bij zich zelven; zou dat bekoorlijk schepsel slechts een baatzuchtige coquette zijn, die eerst met schijnbare belangstelling mijn waarachtige liefdesontboezemingen aanhoorde, om dat voorwerp, hetwelk haar meer dan zich zelven bemint, te zekerder aan haar triomfwagen te hechten, alleen met het doel om het getal harer aanbidders te vergrooten?

Wat zou Edward hebben gevoeld, toen hij nog geen vier mijlen van Barton was verwijderd; toen hij haar moeder's knecht zag; toen hij Lucy's boodschap aanhoorde! Zij zouden zeker spoedig, dacht zij, nu gaan wonen te Delaford, Delaford, die plaats, waarin zoovele redenen haar noopten, belang te stellen, die zij wenschte te kennen, en toch verlangde te vermijden.

Sprekend met schijnbaar-opgewekte en-toen's, saamschrapend de klein-holle evenementen der reis, om ze bezig te houden, gloeide de heete wrevel van het weken-gedùld-zijn tot zijn keel, 't vrindlijk gedùld-zijn door den kaptein, door den hofmeester met 't rooie-puisten-gezicht, door de beenige kerels die de zee had verdierlijkt tot uiterlijk-brave bonken, wier visie van land één groot bordeel met zuipende meiden, harmonica-gekerm, whiskey was. Het waren dagen van eenzelvige melankolie, altijd besloten in de kleine cabin en de maaltijden en het gebed, dat hij aanhoorde als vreemde, dat hem hinderlijk was, hinderlijk om 't bóék, hinderlijk door den terugslag die er van uitging, terugslag van jóódje, alleen en zwijgend bij grove kerels. Van af den éérsten dag toen hij ziek in de kuil zat en het gezoek beluisterde, het gepraat in de cabin, het gevraag: "waar is 't joodje?" , de antwoorden: "'t joodje is" en wèer "'t joodje is" nog eens "de jood" en "òns joodje" zoo zonder ophouden en het gezond-lallend gelach om de uitgelodderde grap van den rooie-puisten-hofmeester, dat-ie liever geen smaus met 'n h

Woord Van De Dag

verheerlijking

Anderen Op Zoek