Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 11 mei 2025
Pas op, riep hem, dat duert nou al lank genoeg; ge kunt maer eens gauw gaen zegge' wat dâ ge van mij hebbe' moet. Waerom komde gij mij hier ruzie zueken, eh? 'k heb ommers mê ouw of mê uw heel familie geen affaire? Laat me dan gerust en gaat aen. Maer de geest dé nie a's wenken en naer de deur wijze'. Jan pakte dan zijnen kandelêr en zé tege' de' geest; allo! laet zien wat dâ g' hebbe' wilt.
Maer Jan stond in eene' keer op en hij riep tege' den geest: Ah sa, Peerlala, 'k heb ouw maer één ding te zegge: ge meugt zoo veul spreken a's ge wilt, maer van me lijf te blijven, zulle', of we weurre kwaei vriende'! A's ge nog wat dichter derft kome', zal ik u die fles eens op uw leelijk gezicht kapot slage'. Ge zoudt me geeren den nek breken, eh?
Daniël Vere trok even de schouders op. Ongelijk? herhaalde Elize, nog in weifeling. Ach, misschien niet, Eline kan natuurlijk doen wat ze wil. Wil ze liever niet gaan, eh bien, soit, dan zullen we een migraine voorwenden. Niets gemakkelijker dan dat. Maar je zal je verschrikkelijk embêteeren, Eline. Ach neen, heusch, ik blijf liever thuis! sprak Eline. Ten minste, als je het niet kwalijk neemt.
Maar hoe vreemd kwam het hem voor, toen op eens de dame zelve naar hem toekwam, en, hem ombeschaamd aanziende, lagchende zeide: "Eh bonjour, mon cher Milord!" "Comment, Madame?" zei Pols ontzet; want nu eerst werd het hem duidelijk, dat de dame mede in het complot tegen hem betrokken was. "Lache!" riep een der cavaliers hem toe. "Poltron!" begroette hem de andere.
Eh, bien, ne chantons pas, restons-en l
GEROEP VAN ALLE KANTEN. Meester, versnijd mijne pen eens! Monsieur, ma plume is te slap! De mijne is te stijf! La mienne est trop maigre! De mijne is te vet! VICTOR, een der leerlingen, aan Karel, die nevens hem zit. Ik heb gedaan, eh na! KAREL, met zachte stem. Ja, ge zult gij wel op uw' kneukelen krijgen. G'hebt weer altemaal hanepooten gemaakt, gelijk gisteren.
Geerten hoorde het, verkropte zijn spijt, vroeg in-eens naar Franske dien hij niet ontwaarde, zóo maar om 't gesprek af te leiden ... "Bij Lowis blijven slapen ... wat nu ..." schamperlachte Charel ... Geerten stoof op: "Als ge dat nog zegt èh, breek ik U armen en beenen! Venijnige beest!" "'k Zeg de waarheid," snauwde de andere terug.
Hoor nu maar eens, wat is 't weer boos weder! Mijnheer Droi, gij zijt zeker in 't geheel niet bang!" "Eh, non!" zegt mijnheer Droi, maar hij zit stil en luistert naar het weder en zegt eindelijk: "Attendez, du tonnerre!" "Wat meent gij?" vraagt mamsel Westphalen.
Maar toen hij in Louis' oogen zag, dat hij gegriefd was, legde hij even de hand op z'n schouder: "Zeg, we hebben 'er gevraagd, hoor, je vriendin... eh... juffrouw Schermer.... maar ze heeft bedankt." Go hoorde 't, begreep opeens; maar Beerenstijn viel in: "Maar goed ook, anders werd 't hier 'n meisjesschool en die is bovendien affreus leelijk!" "Heeft ze bedankt zonder reden?"
Komt gij om met hem over gewichtige zaken te spreken, hij luistert niet op uwe woorden en brengt u bij zijne Dahlia's. Hier begint hij zijn gewoon liedeken: "Eene schoone bloem, eh? Zie eens, hoe fijn van vorm! Zuiver van tint, niet waar? Is er toch iets schooners op de wereld dan de Dahlia?"
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek