Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 9 mei 2025


Zij drukte in haar knokige, zwakke hand, als van een geraamte, de grove ruwe vingers van Gueulemer en hernam: "Ge weet dat ik niet dwaas ben. Men gelooft mij gewoonlijk. Bij gelegenheid heb ik u een dienst bewezen. Nu, ik heb onderzoek gedaan en ge zoudt u nutteloos aan gevaar blootstellen, weet ge. Ik zweer u, dat er in dit huis niets te maken is." "Er zijn alleen vrouwen in," zei Gueulemer.

Deze woorden van den ridder deden zijn schildknaap in hevigen toorn ontvlammen. "Bij hoog en bij laag zweer ik, dat gij de grootste gek zijt, die op twee beenen loopt, als gij de prinses Micomicona niet trouwt!" schreeuwde hij. "Denkt gij, dat u elken dag eene zoo goede gelegenheid wordt aangeboden, als u hier onder den neus wordt geduwd?

Een zegen om mij rijk te doen blijven, al moet ik ook al het andere verliezen. En bij zijn heiligen Naam en het eeuwige leven zweer ik, dat u geen leed zal aangedaan worden. Een weinig later liet hij een dienaar roepen, die den stoel naar binnen rolde. Daar zat hij nog een poos na te denken over de komst des konings, terwijl Esther hare legerstede opzocht en spoedig den slaap der onschuld sliep.

Dat moet gij gelooven, want ik zweer het u bij den baard van den Profeet. Dat kan niemand anders gedaan hebben dan Janik, want hij is in de keuken geweest. Die heeft het zeker niet gedaan. Gij kent hem niet. Hij is door en door slecht, en altijd erop uit om te doen wat gemeen is. Waarom heeft hij u op mij afgestuurd? Is hij niet bij u om u te bedienen?

Ja wel, zie daar, ’k begin weêr van ’t verhaal te gaapen; Ik slaap al praatende; goe nacht. WOUTER. Goenacht, ziedaar Ik zweer je zo... maar zacht, ik hoor in huis gebaar. DANDYN in ’t venster. Waar zyt gy Oratyn?

Bill, Bill, terwille van de lieve God, terwille van jezelf, van mij, houd op, eer je mijn bloed vergiet! Ik ben je trouw geweest, dat zweer ik bij mijn schuldige zielDe man worstelde woedend om zijn armen vrij te maken, maar Nancy had haar armen om de zijne geslagen en hoe hij ook rukte, hij kon ze niet los krijgen.

De legende besluit met de volgende vrome woorden, geuit door den nu berouwvollen geest: "Hoor, man van God, den eed, den duren eed, dien 'k zweer, Aan u, wiens zegening mij naar den hemel voert, Den eed, dien 'k houden zal, wat ook mijn hart beroert, Vast, als de Steen des Doods, hier in het drassig meer. Ik zweer, dat 'k voortaan leef als kind der deugd alleen!

En zij riep: o Sigurd, Sigurd, hoor mij nu hoe ik zweer Dat de dag voor goed zal sterven en de zonne praalt niet meer, Eer 'k u vergeet, o Sigurd, als bij bosch en zeegeruisch Ik lig in het land van Lymdale en mijn geboortehuis. De opvoeding van Aslaug.

Ik zweer u Mathilde, zij zal niet spreken, en nog dezen avond rijd ik naar de Roemer, om u spoedig eene goede plaatsvervangster te bezorgen." Het was de dochter van den hovenier niet mogelijk den slaap te vatten.

Kom, laat mij zien, wat taak ik heb te doen. Gij zwaar bezochten, schaart u om mij heen, Opdat ik mij tot ieder uwer keere En aan mijn ziele zweer', uw leed te wreken. Ik deed dien eed. Kom, broeder, neem een hoofd; In deze hand wil ik het ander dragen. Ook gij, Lavinia, krijgt hier iets te doen, Draag gij mijn hand, lief kind, met uwe tanden.

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek