Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 11 mei 2025
De straten der steden door licht overstroomd, groene takken aan de deuren, de volken verbroederd, de menschen rechtvaardig, de grijsaards de kinderen zegenend, het verledene het tegenwoordige beminnend, de denkers in volkomen vrijheid, de geloovigen volkomen gelijk, als godsdienst den hemel, God als rechtstreeksch priester, het menschelijk geweten altaar geworden, geen haat meer, de broederschap in de werkplaats en de school, als straf en belooning de openbaarheid, arbeid voor allen, recht voor allen, bovenal de vrede, geen bloedvergieten, geen oorlog meer, gelukkige moeders!
Alvorens van ons afscheid te nemen, wijzen de bootslieden ons eenige bijzonder sterk vooroverhellende rotsen: de Sourde, een reusachtige, zich aan zoekende blikken van zelf opdringende steenmassa; en de Aiguille, een 80 M. hooge, geheel alleenstaande spitse punt. Nog een andere rots trekt bijzonder onze aandacht; 't is een bisschop met een mijter op, die zegenend de hand uitstrekt over het dal.
Freimark nogmaals zegenend de hand op, zeggende: »De Heer behoede u dan en zegene u; Hij doe zijn vriendelijk aanschijn over u lichten en schenke u Zijnen vrede. Amen«. Over het kerkhof daalde een nevel als een lichte rouwsluier. Van de takken rondom drupten zachtkens heldere droppels, als weenden de boomen mede. De Engelsche predikant uit de Residentie, rev.
Ik zal dus aan u, en aan het Noodlot overlaten dit hart te beschermen. Morgen zal ik met u gaan, zoo ge dezen nacht onder mijn nederig dak wilt blijven. Nu knielde de prins naast Elze neer, en zegenend lei de oude man zijn handen op de twee jonge hoofden, die zich voor hem bogen. God zij ons genadig, u beiden en mij ... prevelde hij voor zich heen.
En nu volgde weder eene indrukwekkende stilte, afgebroken door een onderdrukt gesnik, dat eerst ophield, toen de predikant zegenend zijne handen over de menigte uitspreidde en ging bidden. Op het gebed volgde een aandoenlijk, toepasselijk gezang en vervolgens werd de tekst voorgelezen: "Ik ben de opstanding en het leven."
Hij was van wit linnen, bezaaid met Fransche lelies; in het midden, gezeten op een regenboog, God de Vader, de Koning der Hemelen, de eene hand zegenend uitgestrekt en met de aardbol in de andere hand; aan weerszijden lag een engel geknield, het zijn de Heilige Michaël en de Heilige Gabriël, die God een lelie aanbieden. In het midden bovenaan stond haar devies: »Jhesu Maria.«
Dan eerst vielen de baanwachter en zijne vrouw met zinnelooze vreugd in elkanders armen, en zij mompelden zegenend den naam van God, die in Zijne goedheid zich hunner had erbarmd op het oogenblik zelf, dat alle hoop hun was ontsnapt. "Gelieft mij nu aan te hooren," zeide de jonge heer Vereecken. "Dat gij eer en vrijheid terugbekomt, schijnt u het opperst geluk. Het is niet genoeg voor mij.
Hij had een gevoel alsof hij zegenend zijn handen moest uitstrekken over het rijke landschap, over het groen en het rijpend veld, over den ouden weg met de ingesneden karresporen. Dan kwam er iemand en de beiden groetten elkander. Maar om niet mee te moeten gaan met den man die naar het dorp ging, wandelde hij steeds dieper het veld in.
Piet kon dat precies weten met de tafelpooten en de fauteuils hij lette op alles, en de notaris had een "toost geslagen" zei Piet, over "de schoonere toekomst van de goede stad Romphuizen, wanneer degelijke kundige mannen zooals dokter Helmond, blijk gaven dat zij zich hoe langer hoe meer aan de spits stelden der burgerij; wanneer vrouwen, zoo schoon en beminnelijk als zijn gade, wilden post vatten op het hoogste, zeerzeker het moeielijkste standpunt, om van daar beschermend en zegenend de handen over de plaats harer inwoning uit te strekken."
Of die andere voorstelling, belachelijk nog in hare pijnlijkheid: hoe vader Holwerd zijne dochter misschien overreden zou mij als kostwinner en bezorger toch maar te aanvaarden: hoe hij met beschonken zalving zijne handen zegenend zou uitstrekken boven onze hoofden: en hoe ik dan 's zondags met Suzette uit wandelen zou moeten langs de Delftsche grachten, blos op blos, linkschheid op linkschheid stapelend ten spot van heel de straat, en allermeest van mijne beminde!.... Ik blikte dan naar de kast waar ik nog altoos mijne vergiften geborgen hield.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek