Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !


Onder 't eten begon hij nu eigene gevallen te vertellen uit zijn jongen tijd; toen hij verkeerde met Vrouw Verkamer, zijn wijf ter zaliger; hij noemde al de hoven waar dertig jaar geleden, 't schoonste vrouwvolk woonde, en hoe ze dan vrijden en 't eene dorp na 't andere afdretsten te peerde.

't Kind van Johanne zaliger ... hm, het is wonderlijk ... maar het is net alsof ze mij zoo aan het hart vast gegroeid is. DOM. MANDERS. Wel, wat zegt u nu van den man, mevrouw? Dát was een heel andere verklaring die wij daar kregen. MEVR. ALVING. Ja, dat was het wèl. DOM. MANDERS. Daar ziet u nu alweer, hoe uitermate voorzichtig men zijn moet in het veroordeelen van zijn medemenschen.

"Nu, dan zal het berouw niet groot zijn," viel Reede lachend in: "want haar kapsel is grootendeels uitgevallen." "In één woord, het spijt haar zeer," vervolgde Bouke, "en het zou haar innig grieven, indien UEd. haar, die bij Mevrouw zaliger zoo in achting was...."

"Precies!" zei Droll met een hoofdknikje. "Wat kermishouden is, weten wij daar; en er aan meedoen kunnen wij ook. Maar gij hebt familie bij ons, zegt gij? Hoe heeten die menschen, en waar zijn ze vandaan?" "Het is zeer na in de familie. Het is namelijk zóó: Mijn vader heeft een peetoom gehad, wiens schoondochter zaliger in Langenleube weder getrouwd was.

Want Mijntje was toch heusch een goede meid, en knap voor haar werk, en nog zoo zindelijk, en eerlijk en trouw als goud, al kwam zij tot hooger jaren. Zij was ook altijd uwe trouwe zorg, en die van uwes vader en moeder zaliger, en dat bleef ze tot aan haar dood toe.

Omtrent 22 jaren geleden, ben ik, Jan Adriaansz. Leegwater, met mijn' oudsten zoon Simon Jansz. in den Haag geweest, om Zijne Hoogheid onzen Prins van Oranje Maurits, zaliger gedachtenis, iets te communiceren en te spreken.

Ik heb altijd dankbaar aan hem gedacht; mijn vader zaliger, tot den dag zijns doods, sprak mij onophoudend van hem." "Uw oom schijnt tegen uwe ouders te zijn verbitterd geweest, bovenal tegen uwen vader; hij meent, dat uw vader hem haatte. Hij moet zelfs zijne vijandschap door daden bewezen hebben." "Ach, eerwaarde," riep de maagd, "het is een beklaaglijke misgreep van mijnen oom.

Daar berooft hij de eerzame Geertrui Claassens, die in de eerste dertig jaren geen vrijer heeft willen hebben, en in de laatste drie kruisjes geen vrijer heeft kunnen hebben, zoo maar op eens van haar nachtrust." "Spot maar niet," antwoordde Geertrui: "het is waarachtig geen ding om mee te spotten: hoor eens, Bouke! Het heugt je nog, toen Mevrouw zaliger nog leefde...."

Wel! dat het stinkende beest met zijn vuile pooten tegen mijn schoone bouwen is opgesprongen: is dat manier van doen? waarom ligt het niet aan den ketting, zoo als Diaan en Juno en de Hemel weet hoe die heidensche dieren meer heeten. Ja! dat zou bij het leven van Mevrouw zaliger niet gebeurd zijn. Toen mocht geen hond...."

Wij hebben met de moeder van Frans en met zijn vader zaliger dikwijls, lachende doch ernstig evenwel, gezegd dat de kinderen later een schoon paar zouden zijn en het is waarlijk zoo. Dit ten minste kunt gij niet betwisten, Christien, al trekt gij de schouders op. Hij is een welgemaakte, sterke jongen; onze Lisa heeft ook armen aan het lijf. Beiden zijn braaf en werkzaam.