United States or Brazil ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zoo weet, dat hij zal komen, spoediglijk om Aventure, dat hij volbrengen zal en het zal goed zijn, zoo gij hem liefdevol ontvangt, in de zelfde maniere als uwe moei Ysabele als gij geheeten hem ontving tien jaren her.... Ontvangen zal ik mijn oom Gawein, o Gwinebant, als mijne moei hem ontving, antwoordde Ysabele.

Ysabele glimlachte, heimelijk verheugd en zij stegen de trap op, die wentelde, steeds zoekende naar het Scaec. Ik en zie het niet, oom. Ik en zie het evenmin, Ysabele.... Amadijs, ziet gij het Scaec? Gawein wendde zich om naar den schildknaap, die volgde eenige treden lager. Ik en zie het niet, mijn heer, antwoordde Amadijs zoo treurig en zacht, dat het Ysabele trof.

Van uit de burchtzale klonken de vedelen en knapestemmen. Gij en moogt niet ijverzuchtig zijn van Gawein, zeide Ysabele, zeer ernstig, met opgeheven vingerkijn. Ik en wil het niet, Gwinebant. Ik heb Gawein harde lief en wil hem geen leed doen en hij darf niet denken, dat ik u meer lieve dan hem. Hij heeft mij harde lief, Gwinebant en hij mag het niet denken...

Ik vond het en ving het voor u en ik wond er de mouwe om van Ysabele, de schoone, die ik minne...... Mèt het Scaec, o mijn Koning, voer ik tot Camelot Ysabele, zoo als ik...... Destijds!...... eene Ysabele, wacharme, en een zwevende Scaec tot Camelot ook voerde. Toen was het zóo...... nu is het anders: nu is het beter misschien en grooter Wonder en edeler Aventure!

Ik droomde u, dat gij kwaamt, in mijne kemenade en ik omhelsde u.... Zoo zoete, zoo zoete droomde ik ook, dat ik u omhelsde! zeide Gwinebant verbaasd. Droomden wij malkanderen eenderlijk? vroeg Ysabele. Ik omhelsde u in deze maniere... Zij sloeg om zijn blond, krispe hoofd hare armen en kuste hem lang op den mond. Eenderlijk, beäamde Gwinebant ontroerd om haar kus.

Zoo was de vië goed en schoon, vol jolijt en solaes, meende Gawein, terwijl hij met Ysabele ging langs de grachten en over de wallen, waar hoog de zonnebloemen opstaken en boven de hooge stengelen hieven hare groote gouden zonnen, donker gehart, afstralend tegen het rosbruine steen der burchtmuren, met de enkele boogramen her en der verloren.

En toen duwde Bohort Lancelot naar voren, maar Lancelot en de anderen duwden Bohort, die was zoo reuzig groot en die zoû het wel goed kunnen zeggen, terwijl Guenever zoo zoetjes verlegen zat op den troonzetel met ter zijde zich hare gasten, Assentijn en ook Ysabele.

De baroenen en edelvrouwen, de pagiën en lijfstaffieren, allen zochten, gingen trappen op, trappen af, bestegen de tallooze torens, daalden in de tallooze duwieren af en ook Gawein en Ysabele zochten.

Zij troffen elkaar ditmaal niet bij de zonnebloemen maar bij de donkerroode, bloeiende rozenstruiken, waarvan éene roos Gawein had geplukt na zes kerkertraliën te hebben verbroken: dat geurde daar van rozengeur onder aan de muren van den burcht en in de nieuwe maan, die in blauwe nacht wit op straalde en neêr vloeide over de barbekanen en speelde en spiegelde in de grachten; daar dwaalden Gwinebant en Ysabele.

Dat is nu alles harde wel; wij van Endi hebben gezegevierd en die van Noordhumberland zijn zonder twijfel verslagen. Maar nu wij booze zijn met dien schalk van een Clarioen en die schalk van een Clarioen booze is met ons van Endi... welken Koning, bij hare trouwe, zal Ysabele huwen, mijn wellieve Grootvader en machtige Prins??