Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 3 juni 2025


In de vlucht van zijn oogen bleven de heuvels opglooien uit den weg: aarde-voortschuiving onder de menschjes, modder verkorst en molmend in de zon, maar omgewoeld weêr, zwellend van sop en onderaardsche kleuren; vertrapt gras en verrotte rommel, saâmgekloend voederhooi en geknakte stroohalmen die als gouderts-aderen flikkerden onder de zon in de rosbruine gronden; disteltjes en eendaagsch onkruid, schijngroen, onder het geschuif en gewrijf der almaar haastende voeten van de mannen die gingen met veel lawaai.

Een echt kind, dat altijd als een hagedis wegslipte, zoo vaak er bezoekers kwamen. Maar de andere jonkvrouw, met dat buitengewoon korte, rosbruine haar, kende hij niet. En toch, hij kende haar wel; hij wist zeker dat hij die vioolkleurige, smachtende oogen meer gezien had; waar, dat kon hij zich niet herinneren.

Zij was zeker niet ouder dan haar buurmeisje Erinna; toch was ze meer vrouw; ze had een ernstiger trek op haar gelaat en tevens iets kinderlijks, iets vertrouwelijks, dat hem bijzonder aantrok. Waar had hij ook weer die vioolkleurige oogen gezien? Hoe jammer dat het rosbruine, mooie haar zoo kort gesneden was!

De Kraagtrap is gemakkelijk kenbaar aan haar kuif, die uit smalle, gekromde, zwarte en witte veeren bestaat, aan den zeer langen en grooten, deels zwarten, deels witten vederkraag aan weerszijden van den hals en aan de zeer fijne, golvende dwarslijnen op de bleek grijsachtig rosbruine bovendeelen en vleugels.

Hij had op zijn zwaard wijzend gezegd: «Het is wat kort, vergeleken bij de Perzische kromme sabelsEn zij had geantwoord: «Dan hebt ge slechts een stap meer voorwaarts te doenJa! hij had goed gezien op het feest der Panathenaien; dat zestienjarige meisje met die rosbruine krulletjes was een goede, moedige vrouw geworden.

Zoo was de vië goed en schoon, vol jolijt en solaes, meende Gawein, terwijl hij met Ysabele ging langs de grachten en over de wallen, waar hoog de zonnebloemen opstaken en boven de hooge stengelen hieven hare groote gouden zonnen, donker gehart, afstralend tegen het rosbruine steen der burchtmuren, met de enkele boogramen her en der verloren.

En Simon keek zóó lang en zóó diep in die vioolkleurige oogen, welker herkomst hij nog maar steeds niet kon ontdekken; en hij staarde zóó onafgebroken naar dat rosbruine kroeshaar, dat hij, toen de optocht den ingang van de akropolis bereikt had, smoorlijk verliefd was en vast besloten, indien de goden het wilden, met deze bekoorlijke korfdraagster een huwelijksband te sluiten, gelijk hij zich dien steeds had voorgespiegeld.

En zoo kwam Simon langzamerhand te weten, waarom zijne verloofde het haar zoo kort droeg; na het herstel had ze, gelijk behoorde, de rosbruine lokken met den haarband aan Asklepios geofferd en het haar wilde maar niet groeien. Zij had toen nog eenigen tijd de warme zwavelbaden te Aidepsos op Euboia gebruikt en gevoelde zich thans zoo gezond als nooit voorheen.

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek