United States or Saint Barthélemy ? Vote for the TOP Country of the Week !


Toen hij den herder ontdekte, werd toornig Gawein, maar riep, zich met hoofschheid, zelfs tegen een dorper en vilein, bemeesterend, kalm naar de hooge helling op: Darf ik vragen, jonge knape, wat u zoo blijde lachen doet, daat boven aan den hoogen oever, terwijl hier omlaag een ridder moeizaam zijn ros stroom-opwaarts naar gindschen verren burcht dwingt?

En genaderd de ridders, groette hij hen hoofsch met zijn speer en met Gods eere, die hij hun toe riep. De voorste, een reus, riep terug den groet en voegde er aan toe: Waarheen richt gij u, jeugdige knape, aan deze grenzen veler koninkrijken, wen ik u vragen darf? Zoo alleenlijk en jong van jaren te dolen door deze foreesten, dunkt mij moed boven uwe jaren?

Heeren ridderen, de Koning Clarioen, hij beschuldigde mij van hem naar het leven te staan om mij meester van zijn troon te maken! Maar hij beschuldigt alle zijne ridderen van hem naar het leven te staan om zich meester van zijn troon te maken! Edele ridderen, dat is omdat hij geen oir en bezit, geen zoon of erfgenamen en hij zijne bruid Ysabele nog niet darf huwen.

"Houd uw oogen naar boven, dan ziet ge van zelve het pad in de lucht," waarschuwde de stem een eind hem vooruit in den vunzen nacht. Hij bleef stil, vroeg plagerig: "en wat hebt ge gisteren wel gedaan, darf ich fragen." "Ach, niet veel bizonders," loog Johan door, nu zekerder gaande en den spot in de stem van Vogel niet dadelijk hoorend.

Van uit de burchtzale klonken de vedelen en knapestemmen. Gij en moogt niet ijverzuchtig zijn van Gawein, zeide Ysabele, zeer ernstig, met opgeheven vingerkijn. Ik en wil het niet, Gwinebant. Ik heb Gawein harde lief en wil hem geen leed doen en hij darf niet denken, dat ik u meer lieve dan hem. Hij heeft mij harde lief, Gwinebant en hij mag het niet denken...

Wilt gij niet met mij mede gaan naar mijne hut en darf ik u geen gastvrijheid bieden, al zij het maar een bedde van stroo en een bete broods voor avondmaal? Brave herder, antwoordde kalmer Gawein.

Ysabele naderde den schildknaap. Zoete en schoone knape, zei de princes. Zijt gij krank? Gij en volgt niet uw heer en alle kleur besterft op uwe kaken! Darf ik u bijstaan, lieve Amadijs? Lace, mijn hooge jonkver! zei Amadijs en sloot de oogen. Ja, ik gevoel mij krank tot mijnen toren en zal mijn heere Gawein niet volgen kunnen in zijne queste!

Zeg mij, wien kiest gij onder ons? Ik en weet niet, heer Bohort, zeide Amadijs. Zoo ik mij melden darf, zeide Galehot; zoude ik geerne dezen lieven schildknecht den mijne noemen wen Gawein hem niet heeft van noode en met hem terug keeren tot Camelot.

Toen hij naderbij komend voor de derde maal begon en teedere woorden van bewondering fluisterde, werd er plotseling, omgeven door verblindend licht, een marmeren plaat aan den muur zichtbaar, waarop in schitterend vlammenschrift de woorden stonden: Musz dauernd schweigen; Darf nicht mich zeigen. Der Liebe Wesen Kann mich erlösen. Met de hand wees de jonkvrouw daarop.