United States or Brazil ? Vote for the TOP Country of the Week !


Wat wilt gij! zeide Bohort en sloeg vuurrood de oogen neêr, hoe reuzig hij zat op zijn ros. Die damoselen hingen zoo verleidelijk uit de vensteren toen wij aan kwamen om haar te verlossen...! Lancelot had medelijden met zijn vriend. De poort van Amoreuse-Garde staat immer open tot gastvrijheid, sprak Lancelot met zeer milde stem.

Hij rees reuzig op zijn groot ros en Martialis, die naar zijn boonen zag in het moestuintje, herkende Carpoforus. De Jager wierp zich af en naderde, de teugels van het paard in de vuist. Zoo, beroemde Jager! groette de dichter; op wien ik zoo vele epigrammen schreef om je dapperheid en kracht te vereeuwigen, als op niemand anders, geloof ik! Ben je daar! De edele Plinius, heer....

En toen duwde Bohort Lancelot naar voren, maar Lancelot en de anderen duwden Bohort, die was zoo reuzig groot en die zoû het wel goed kunnen zeggen, terwijl Guenever zoo zoetjes verlegen zat op den troonzetel met ter zijde zich hare gasten, Assentijn en ook Ysabele.

Nu liep hij door de stad; hij was dadelijk naar de handelswijken gegaan, de Boompjes langs en de Maasbrug over, waar de breede, vlottende rivier voor hem uitlag, het staal-glanzige, hobbelige watervlak, gansch grauw door den weerschijn der wolken, met de booten op stroom en de langzame slierten zwaar geladen schuiten, de reuzig gepeilerde brug, waar de sissende sleepbootjes onder door kwamen schieten met haast en felle beslistheid; en op Feijenoord ging hij al de havens af en de nieuwe straten en kaden.

Het schaaft door 't reuzig riet; het sproeit het dorre loover Met schuim; het streeft moeras en woudstroom in en door De drijvers marren niet, maar houden kloek het spoor. Het dreunend hoefgestamp, het schallen van den horen, Het schaatrend jachtgekrijt, klinkt altoos in zijne ooren: Dan verre, en dan naby maar immer onvermoeid, En tot éen krijgskreet van verschrikking aangegroeid.

Machtig en breed stond de voet uit in de zandige duinhellingen; het trof hem, hoe ze hun wortels uitlegden over den bodem als een reuzig gedierte, dat krampachtig met uitgeslagen en wijdgeopende klauwen zich vast wil klemmen. Nog anders dan in Leiden op het bolwerk, zag je hier, hoe de natuur een beeld van kracht kan zijn. Hier, waar werkelijk eeuwen-heugende eiken en beuken stonden.

Bohort zeide niets; omdat hij zoo reuzig groot was en toch de leider geweest der ridders, die gingen zoeken naar Gawein, Mordret, Didoneel, was hij nog steeds beschaamd de fout van alles geweest te zijn in de zake van Amoreuse-Garde....

Zijn ploeg blonk spookachtig wit, en zwart en reuzig trokken de twee ossen kalm het voertuig door den grond, die vettig openviel, een weinig glom en eenen goeden zalfreuk verspreidde. Uit de omgeklonte aarde steeg een dunne smoor. En donkerder werd daar hoog boven de lucht, waarin het sikkeltje klaarder sneed. Een dikke ster deed haar oog open.

Als gij, edele vrouw, baste diep de Archigal, die, reuzig, torende voor de twee vrouwen; dit heilige beeld, dat gesneden is naar het oerheilige Beeld van Pessinus, gekust hebt, zult ge onkwetsbaar zijn in de arena. Werkelijk? vroeg Nigrina, maar even bijgeloovig. En de Gallen, die het opene kastje in de handen hielden en de godin vertoonden, zongen met hun hooge, schelle falsetten: