United States or Côte d'Ivoire ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ysabele was haar grootvader genaderd en had hare witte handekens gelegd over des ouden Konings Assentijns rood fluweelen schouders en Gawein dacht om dit gebaar aan Koning Artur en aan Guenever, maar het meeste dacht hij aan zijne eigene, lace, gestorven vrouw en het scheen hem toe, dat zij herboren ginds voor hem stond, maar schooner nog, jeugdiger dan hij haar ooit gezien had.

Maar hij had, alleen en met Ysabele samen, gezocht in alle hagedochten en hoeken, achter alle deuren, in alle duwieren en hij meende wel: het Scaec was weêr weg gezweefd uit het kasteel... En hij zoû het weêr zoeken en hij zoû het eenmaal vinden en weêr de gunste winnen zijns Konings, Arture, naast de minne van zijne jonkvrouw: Ysabele...

Een wervelwind woei. Het duurde nauwlijks twee, drie blikken der oogen. De nevel trok op; de wind verwoei om den burcht; de zon straalde, zinkende, door; bij de zonnebloemen blankte op Ysabele; zij school half bezwijmende in de armen weg van Gwinebant en zij waren schoon en lieflijk om te aanzien.

Ik moet toch eene koninginne worden en daar zijn geen andere Koningen rondom, die jonger zijn en eene koninginne hebben van noode. De prins Alidrisonder van Koning Wonder van Mirakeleland is mij te jong... Te jong, Ysabele? Wilt gij dan een ouden man? Ik wil een ouden Koning tot man, Gwinebant, zeide Ysabele.

Nu opende weêr Gawein het venster, zag uit: Ysabele en Gwinebant zag hij niet meer... En hij zette zich, hoofd in hand, elleboog op knie en dacht na en herinnerde zich: Ysabele had toch hem verzekerd, hèm had zij lief met zoete minne en niet Lancelot en niet Gwinebant... Hèm had zij lief... Hem zoû zij haar ridder hebben gekozen, wellicht wel mèt Gwinebant... als zij Koning Clarioen had getrouwd... Maar nu zij Koning Clarioen niet trouwen zoû... hoe had zij nu Gwinebant lief?

En toen trad tusschen de edelvrouwen maar de Koning had streng bevolen alle de schoothondjes op te sluiten, om het plechtige instant niet te storen Ysabele naar buiten: zij was meende Gawein en Gwinebant meende het ook in haar witte kleed van sindaal met hare gouddraad-gelijke vlechten, een engel gelijk, zoo blank en zoo glanzend in dien den walm uitstralenden gelen gloed der toortijtsen en zij bedankte de ridders ook met hare eigene zoete sprake en toen zij bogen voor haar, ontroerde het in ieders binnenborst, omdat zij gevoelden gezworenen ridderplicht wel te zijn na gekomen en, met Sinte Marië's hulpe, zoo zoete princesse te hebben verlost met, te gelijker tijd, zoo vele bekoorlijke edelvrouwen...

En steeds lag Gawein heel stil, de oogen gesloten en Ysabele dankte hem, dat hij niet meer kermde en kromp en Gwinebant dankte hem, dat hij hem wel had willen verlossen. Zoo gingen er enkele uren voorbij... En het scheen bijna, dat Gawein niet meer leed, zoo stil lag hij...

Toen, in de zwarte schaduw van de burchtmuren, met de blauwe manenacht rondom, kuste Ysabele Gawein en Gawein Ysabele, lang. En geloofde hij, dat zij hem beminde en niet Lancelot en ook niet Gwinebant en ook niet Galehot en ook niet Sagremort en ook niet Lionel, den Noordhumberlander.

In Camelot en in Endi bleven de koninginnen, Guenever en Ysabele, die afscheid hadden genomen van Koning Lancelot en van Koning Gwinebant, alleen. Maar Guenever, die de voornaamste was der twee en de oudste ook, zond boodschap aan Ysabele of zij niet op Camelot wilde komen logieren tot dat hare beide Koningen en gemalen zegevierend uit den Wereldoorlog waren terug gekeerd.

Want hij herkende den ridder op de Kar! Maar achter hem had een schelle vrouwekreet weêrklonken. Het was Ysabele, die niet meer juichte om Lancelot; het was Ysabele, die, achter Gawein aanloopende, met velen der baroenen en edelvrouwen Gwinebant had herkend en uitriep: Gwinebant! O, Heiligen van Paradijs!