Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 2 juli 2025


En na één of twee of drie uren dat hing van de wonden af zouden zij zijn genezen... Maar intusschen hadden om den Koning en de schoone Ysabele de tien Ronde-Tafel-ridderen en de baroenen en de edelvrouwen gegeten en gedronken, tam ende venizoen, clareyt ende pigment-wijn en de vinder, met zijn veêler, had dadelijk den veldslag bezongen.

En het droomeweb, het ijle spinnerag weefde voort, weefde voort, tusschen aarde en hemel, tusschen ridder en maagd.... In hare kemenade lag de princes Ysabele te bed en sliep.

Hij en zal niet willen met mij samen uw amijs zijn, o Ysabele! Gij en weet niet wat een amijs heet, jonkver. Ik weet harde wel wat een amijs heet, ridder. Een Koning is, wie mij koninginne maakt, maar een amijs is wie met mij hoofschelijk de courtoisië drijft. In deze maniere... En Ysabele omhelsde Gwinebant en kuste hem, lang. O Ysabele! zuchtte dronken Gwinebant, maar kuste haar, lang.

Bij mijne trouwe in Paradijs! juichte zacht Ysabele en hare stem klonk lieflijker, meende Gawein, dan Guenevers stem, dan zijner eigene Ysabele stemme geklonken had, dan de gulden vogelkens zongen op den wonderboom in Guenevers vergier. Dus zijt gij, o edele ridder en groote wigant, mijn eigen oom, Gawein? Der Aventuren Vader zijt gij? Mijner zalige moeie gemaal?

Gij, de eerste aan den Hove, gij, die zit aan 's Konings rechterhand, gij, die onze koninginne lief hebt, gij, mijn gezel, dien ik minne: dat nie! Ik, ik ben de jongste, ik ben Gwinebant, die Ysabele minne; ik, ik zal de Schandekarre bestijgen! En hij zette den voet op de kar. Het was heel donker geworden.... Er was als een woedend gevecht op de Kar. Het lichtte.... En de donder rolde....

Reeds vroeger spraken wij van het wonderbed dat de zwaarste wonden geneest; ook vinden wij hier een wonderboom in den lusthof van YSABELE en een gloeiende rivier rondom den burcht van koning ASSENTYN, om van den betooverden prins te zwijgen . Zulke zaken vindt men eveneens in andere romans van deze soort. En zij zijn hier niet het eenige van dien aard.

Gebleven tot Camelot waren Koning Assentijn en Ysabele, tot troost van Koning Artur... Oorlog dreigde er niet meer met Noordhumberland; tweemalen was Clarioen nu verslagen en hij zoû niet durven meer, zelfs al waren de negen wiganten tot penitentië Rome-waarts.

Maar ook op den weg, die wendde uit het woud, zag Koning Assentijn naar de allervreeslijkste sconfilture der Noordhumberlanders en ordineerde hij als een abel veldheer zijn dappere Endi'sche baroenen. En naast hem, op haar palafroet, te midden veler onversaagde edelvrouwen op palafroeten, zag Ysabele, de schoone, naar de allerverschrikkelijkste battalgië.

Dat was het Tooverzwaard met de Twee Ringen, waarvoor hij eindelijk bij Koning Wondere had kunnen inruilen het Scaec van Destijds.... Maar omdat Amoraen was gestorven van verlangen, voór Gawein hem de jonkvrouw bracht, had Gawein Ysabele, die hij zoo lief had gekregen, voor zich behouden en haar mede met het Scaec naar Camelot gevoerd. Lace, zij was gestorven!

Nu was hij hier met eere ontvangen, maar hij kuste niet Ysabele. Hare kamenieren hadden haar weg geleid in haar eigen vertrek en haar ontkleed en ter ruste gelegd en haar princessekroontje, als het behoorde, gezet op de treê van het bedde en haar hondje sliep zeker in het midden der kemenade. En Gawein staarde naar buiten.

Woord Van De Dag

dompelende

Anderen Op Zoek