Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 26 juni 2025
"Meneer Ibarra, ik wou 's graag met u kennis maken. Kaptein Tiago is een groot vriend van me en ik heb uw vader gekend. Ik heet Capitán Tinong. Ik woon in Tondo, waar u welkom in in mijn huis is: ik hoop, dat u me de eer 's zal aandoen. Kom morgen bij ons eten." Ibarra toonde zich verrukt over zooveel vriendelijkheid. Capitán Tinong glimlachte en wreef zich in de handen.
Want die benden der Friezen, Anglen, Warners en Neder-Saksers, belooning eischende voor hunnen bijstand, werden door de vruchtbaarheid des lands zoodanig bekoord, dat zij in het beste gedeelte des rijks zich met der woon vestigden en eerst hunne vrouwen en kinderen en daarna nog velen hunner landgenooten tot zich lieten overkomen.
Laat, lieven, allen u verblijen, niet minder vast, niet minder schoon staat in de ziel uw heil'ge woon. Wat valt er nog te schreyen? De Planeet. Blank-glanzende planeet betuurt aandachtig weeder, strak-fonklend en teeder, mijn stillen avond-weg alsof zij weet Gaat hare hooge baan, blij-beezig, zeer verheeven, zelf wel vol moeizaam leeven, doch ziet men 't haar sereenen blik niet aan.
In het dageliksche leven laat men de woorden state en sate wel achterwege, als men van deze plaatsen spreekt, en zeit eenvoudig: »ik woon op Abbinga", en »ik kom van Allinga". Neemt men nu aan, dat de friesche geslachtsnamen met van er voor, oorspronkelik zulke plaatsnamen geweest zijn, dat b. v.
Welnu, luister wat mijn vader zaliger met zijne eigene oogen heeft gezien. Er was te Desschel een oude pachter, die zich had ontkleed, voordat hij slapen ging, gelijk het spreekwoord luidt. Dit is te zeggen, dat hij zijne pachthoeve en zijn goed aan zijnen zoon had afgestaan, mits vrijen woon en kost tot zijnen dood.
Nu en dan liet een wolk een stukje donkeren nachthemel vrij, met een troostend sterretje erin: ik moest denken aan de taart mijner kinderverjaardagen, waarvan een-stuk-met-een-kersje hèt ideaal was... De nachthemel zag er zoo frisch uit... maar zoo vèr. Maar hij gaf mij de illussie van buiten-te-zijn. »Ik ben buiten« herhaalde ik een paar malen bij mijzelven: Ik woon nu heerlijk buiten...
Natuur bestemde ons hart tot Amor's leen En heeft het hem tot vaste woon gegeven; En sluimrend beidt hij daar, kort bij den een, Bij d'ander lang, den dag van 't nieuwe leven, Wen Schoonheid als een vrouw vol deugd verschijnt, En zoozeer 't oog bekoort dat 't in 't gemoed Een hoog verlangen tot haar wordt geboren,
Nog een paar jaren bleef ik in Granada; toen ging onze troep uiteen; sommigen gingen naar Sévilla, anderen naar Cordova en ik ging naar Tolédo, waar ik nu sinds tien jaar woon met mijn nicht Lucretia, die je gisteren hebt zien spelen." Hier kon ik niet nalaten te glimlachen. Laura zag het en vroeg naar de reden. "Kan je dat niet raden," vroeg ik.
De oorspronkelijke bewoners van Afrika, de zwarte kinderen van Cham, de door de zon aan huid en hersenen verzengde negerstammen hebben, ofschoon zij over eene groote uitgestrektheid even dichte naburen van ons werelddeel zijn als de Mongoolsche nomaden-stammen van Azië, het nooit in hun hoofd gekregen Europa te beoorlogen, te verwoesten, of er zich met der woon heen te begeven.
Het bestond uit één vertrek, waarvan mijn vernuftige vriend, door dunne houten beschotten er vier had gemaakt. Het eerste was de anti-chambre, het tweede kabinet, het derde slaapkamer en het vierde keuken. De kamers waren behangen met landkaarten, de meubels versleten en verkleurd. "Nu wat zegt ge ervan? Vind je niet dat ik hier goed woon?" vroeg hij. "Waarlijk," antwoordde ik.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek