United States or Finland ? Vote for the TOP Country of the Week !


Donker kwamen ze dalen, neêrgelaten uit den donkeren nachthemel; de roode banen zakten bloedrood aan en verschroeiden boven de guirlandes tot een rauw oranje, de wimpelstrooken verbrandden tot licht rood, het blauw vergroezelde tot groen en het schemerend wit purperde, met bleek rose op de plooien. Op den luchtstroom van beneden bewogen al die kleuren zich als op een licht geblaas.

Antoine plukte aan zijn geitenbaardje, wierp zijn sigaar weg, keek naar het stukje nachthemel dat zichtbaar was. Marieken had de handen in den schoot gevouwen,

Griezelig kwam de bloem nu onder het kantlicht der laagstaande lantaren. 't Waren vage streepjes licht, die denken deden aan de visioenen op een japansche prent. 't Werd hem te eng. Boven zijn hoofd trokken zich de roeden der ramen tot een kruisnet; als door de tralies van een kooi zag hij door de ruiten heen in den zwaar-zwarten nachthemel. Maar de drie mannen waren aan 't praten geraakt.

De menschen, die aan den straatweg woonden, konden de groote zwarte horens tegen den nachthemel duidelijk onderscheiden, als hij voorbij reed. Ze hoorden de dieren loeien en zagen met ontzetting de strepen vonken, die hun hoeven en de wielen van den wagen uit 't dorre gras sloegen. Ja de kleine voetjes moeten zich wel haasten over den grooten donkren zolder.

Hij leunde met zijn rug tegen een aarden wal en voelde dat het spooksel boven hem stond, scherp afgeteekend tegen den kouden nachthemel. Hij liet zich op den weg vallen met zijn rug op den grond. Bij zijn hoofd stond het, stil, rechtop en onbewegelijk een levende grafsteen met bloedige inscriptie.

Toen, tante, draaide ik mij om... en ziet, de natuur kwam mij troosten. Door een der geopende palthe-doozen ontwaarde ik een vaag landschap: wat wazige boom-silhouetten tegen een bewolkten nachthemel, waardoor het maanlicht vreemde schaduwen en lichtvlekken deed drijven.

En als hij dan opkeek, zag hij, tusschen de plantenarmen door, plassen van het blauwe, lage watervlak en de heuvels met hun kleinoodiënkleuren, en de golvend gekartelde slanglijn van den ringmuur om de stad, en de witte blokken, stapels van bordessen op elkaâr, met het geheele Kasbah, het optronende paleis van den grooten heer: het blanke visioen van een afrikaansche stad vliedend onder een komenden nachthemel zonder licht.

Er waren er groote en kleine; er waren er die op hun vaste plaats stonden te twinkelen en andere die heen en weer zweefden; er waren er van alle kleuren: roode, gele, groene, oranje, blauwe en violette; en hoog in den hemel schitterden er ook heele risten, in vierkante of langwerpig-vierkante vakken, regelmatige gloeipunten in den donkeren nachthemel, als vuurdobbelsteenen van een reusachtig dominospel.

Nu en dan liet een wolk een stukje donkeren nachthemel vrij, met een troostend sterretje erin: ik moest denken aan de taart mijner kinderverjaardagen, waarvan een-stuk-met-een-kersje hèt ideaal was... De nachthemel zag er zoo frisch uit... maar zoo vèr. Maar hij gaf mij de illussie van buiten-te-zijn. »Ik ben buiten« herhaalde ik een paar malen bij mijzelven: Ik woon nu heerlijk buiten...

Zie, hoe de nachthemel begon te klaren al, hoe het donker dun werd en hoog boven de huizen klom. Maar ginder, van uit het midden uit, daar gromde het toch nog; 't was als een broeiende wolk die geluid uitmistte boven de straten. Langzaam wandelde hij tusschen den dooden tooi in de stille straat.