Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 26 juni 2025


Nadat hem daartoe verlof was gegeven, vulde Mamikiko den grootsten kop dien hij kon vinden, terwijl hij genoot van den heerlijken geur. Maar nauwelijks had hij de saké geproefd, of hij werd misselijk en maakte het wezen een vreeselijk standje. De roode man antwoordde toen: "Gij weet zeker niet, dat ik een Shojo ben, en dat ik woon naast het paleis van den Zeedraak.

Ja, achter de planken van den molen. Want dáár woon ik, omdat het de molen is van m'n grootvader. Vraag maar aan alle menschen, of-i niet gebouwd is door Erik Holsma... den Stoereman? Want zóó werd-i genoemd. D

Ik ben makelaar in koffi, en woon op de Lauriergracht, N° 37. Het is myn gewoonte niet, romans te schryven, of zulke dingen, en het heeft dan ook lang geduurd, voor ik er toe overging een paar riem papier extra te bestellen, en het werk aantevangen, dat gy, lieve lezer, zoo-even in de hand hebt genomen, en dat ge lezen moet als ge makelaar in koffi zyt, of als ge wat anders zyt.

WAARD. Luister, luister! JULIA. Is hij daarbij? WAARD. Ja, maar stil, laat ons luisteren! Wie is Silvia? wat is zij? De jong'lingschap omzwiert haar. Heilig, schoon en wijs is zij; Door 's Hemels gunst versiert haar Al wat roem geeft en waardij. Even goed is zij als schoon; Dit schenkt haar alvermogen; Amor koos haar oog ter woon En ziet nu door haar oogen, Zit, niet blind meer, daar ten troon.

Ook worden in Astrakan, Kasan en eenige andere Russische steden, rijk gewordene Bucharen, die zich daar met der woon gevestigd hebben, aangetroffen. Zooals gezegd is, zien wij eindelijk de ver verwijderde Hindostansche volkenwereld, om zoo te zeggen met het puntje van den vinger, ons werelddeel aanraken.

Behalve gij, weet niemand, dat ik een man ben; de menschen denken, dat ik een geest ben en ontvluchten mij. Niemand durft dit huis voorbij gaan, nog minder er binnen treden, want het is bekend, dat ik er woon. Gij zijt de eerste, die het gewaagd hebt, binnen te komen, waarschijnlijk wist gij, dat ik geen geest ben?"

Lamme Goedzak antwoordde: 'k Verloor mijn vader, mijn moeder en mijn jongere zuster, die mij altijd sloeg. Ik erfde hun vermogen en ik woon met eene dienstmaagd, die maar één oog heeft, zeer ervaren in de kunste van braden en koken. Wil ik uwe visch en uw gevogelte dragen, vroeg Uilenspiegel. Ja, sprak Lamme. En beiden slenterden voort langs de markt.

Door een toeval had je een document in handen gekregen, dat voor mij van veel gewicht is; ik mocht je niet in 't ongestoord bezit daarvan laten. Vertel me nu eens; hoe heet je?" "Rob Rensma." "Hoe oud ben je?" "Zestien jaar." "Waar ga je school?" "Op de H.B.S. in Amsterdam." "En waar woon je?" "Willemsparkweg 921." "Goed zoo," zei Li, terwijl de secretaris de antwoorden opteekende.

En ik die dacht dat ge reeds dood en begraven waart! Neen, goddank, maar ik woon buiten... Dat wil zooveel zeggen als levend begraven! Neen, dat is wat sterk! ... Trein gemankeerd? Ja. Kom, we gaan er eenntje pakken op het weerzien.. Zoo, zoo! En ze pakten er eenigen op het weerzien, spraken van vroeger dagen, van verdierenpikken en gronden, van bekenden en notarissen.

»Maar hij kwam langzamerhand weer op zijn verhaal," viel de vrouw in. »Hij was half verdoofd geweest van den slag. Anna heeft hem medegenomen in de schuit." »Aan wie behoorde die?" vroeg Marten. »'k Weet het niet, want ik ken weinig Saardammers, omdat ik hier nog maar zoo korten tijd woon. Blijf hier van nacht, Marten. Je kunt haar nu toch niet zoeken. 't Wordt nacht."

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek