Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 26 juni 2025
"Och, dat u mij toch begrijpen woudt lieve dokter," herneemt mevrouw Van Hake: "juist wat u met zooveel goedheid mijn woon- en keukenbezwaren noemt, ze zijn van zeer overwegenden aard. Toen u als vrijgezel onze woning kocht, toen was het behoud der drie kamers in het achterhuis niet van zoo heel veel belang voor u daargelaten het geldelijk voordeel, dat er door u van zou zijn te trekken geweest."
De straatjes van Fez zijn zoo smal, zoo bochtig, dat men erin verdwaalt als in een doolhof, wanneer men er toevallig bij avond verzeild raakt. Het straatje, waar ik woon, heet Sbaloeiyet, dat is De zeven hoeken, omdat het zevenmaal een bocht maakt. Ik moet er, als het donker is, tastend mijn weg vinden.
Van Lennep en Ter Gouw vermelden er velen in hun werk De Uithangteekens. Die namen waren wel wat te lang in het dageliksche gebruik. Men kortte ze dus wel in, en sprak enkel van »de Keizer", »de Koning", »de Bisschop"; b. v. ik woon in »de Keizer", of naast »de Koning", ik ga naar »de Bisschop." En zeer geleidelik gingen deze verkorte huisnamen wel over op de lieden welke in die huizen woonden.
In de namiddaguren vliegen zij nogmaals om voedsel uit en keeren eerst, als de zon ondergaat, na nogmaals gedronken te hebben, naar de gemeenschappelijke woon- en slaapplaatsen terug. Eigenaardig is het, dat de Alpenkraai slechts oorden van een bepaalde gesteldheid bewoont en in andere, die schijnbaar even gunstig gelegen zijn, ontbreekt.
Als ik een krant geschreven had, dan zou zij gelezen zijn; maar ik schreef regelrecht aan de personen zelf, en er ontstond schrik in alle steden, waar ik kwam. Zij werden bang voor mij, en zij hadden mij zoo ontzettend lief! En nu zeg ik u vaarwel! Hier is mijn naamkaartje. Ik woon aan de zonzijde en ben met regenachtig weer altijd thuis.» En de schim verdween.
De stem verloor weêr alle vastheid en werd smeekend, als van een bedelaar. Moest je me zoo dringend spreken? vroeg Frank verbaasd. Ja.... ik wou.... of u me misschien helpen kon.... ik ken hier niemand.... Waar woon je? Nergens; ik ben van morgen vroeg hier aangekomen en ik heb.... ik heb geen geld....
Ik kom hier zoo dikwijls voorbij, en ik heb er altijd aardigheid aan, zoo netjes als alles hier er uitziet." Lize dacht, dat ze er niet veel om gaf, of de menschen haar prezen en iets vriendelijks zeiden; maar de woorden van het oude mannetje deden haar toch plezier, en ze antwoordde: "Ik ken je niet. Zeker woon je ver van hier?" "Ik woon daar ginds, in de bergen," zei het mannetje.
Hij moet gauw zijn, die wil tappen en wijn verkoopen, Maar nog gauwer, die met het gelag deur wil loopen. Herbergier: Ik woon hier aan den weg, Wat kan men beter wenschen Dan de zegen van den Heer En de gunst van alle menschen. Barbier: Die graag zijn baard zich ziet ontnomen, Ga niet voorbij, wil binnenkomen, Van welken rang of staat, 't Zij burger of soldaat.
Maar zat ik er eenmaal, dan zat ik er zoo veilig. Niemand kwam er. 't Leek net een klein kamertje: vloer, zolder en drie wanden, waarvan een van glas. Ik denk, dat het ongeveer een meter breed en hoog was, en niet veel dieper. 't Had tenminste iets van een liggenden, hollen, vierzijdigen prisma, die den kubus naderde. Beknopter woon was moeilijk te denken.
En in welken vermetele en verdwaasde rijst nu zulk een denkbeeld op? Niettemin kan, nevens Teeuwis' weldoordacht systeem, onze argumentatie voor de weergalooze uitnemendheid der eigen woon- en geboorteplaats nog wel eenige aanvulling velen; wij zijn ruimhartig genoeg, dit te erkennen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek